veiligheidsklep die vast met de cilinder verbonden is. Hierdoor is het mogelijk om ervoor te zorgen dat de lasten (heffende
bestuurdersplaats en laadplateau) ook in geval van plotselinge breuk van een toevoerslang op hun plaats blijven liggen.
Het platform is uitgerust met borstweringen en voetbanden met een reglementaire hoogte (de borstweringen zijn 1100 mm
hoog; de voetbanden zijn 150 mm hoog).
Het laadplateau vooraan kan van twee types zijn:
-
Met handmatige bediening: de bediener bepaalt van tevoren de hoogte waarop het laadplateau gezet wordt en zet het
plateau op de gewenste hoogte vast met een veerbelaste borgpen.
-
Met elektrische bediening: het is mogelijk om het laadplateau elektrisch te verplaatsen door middel van een
omhoog/omlaag besturing op het platform, waardoor een elektromechanische cilinder in werking wordt gesteld die voorzien
is van een automatisch aangedreven parkeerrem.
1.5. Bedieningsposten
Op de machine zijn twee bedieningsposten voorhanden:
Op het platform voor normaal gebruik van de machine. Bovendien is een keuzeschakelaar voorhanden met een sleutel
▪
waarmee de bedieningspost gekozen kan worden en de machine ingeschakeld kan worden.
▪
Op de onderwagen zijn de noodbedieningselementen aangebracht die dienen voor het inschuiven van het platform en
stopzetting in geval van nood, een schakelaar voor het deactiveren van de parkeerremmen in geval van noodslepen.
1.6. Toevoer
De machine wordt aangedreven door middel van een elektro-hydraulisch systeem dat uit oplaadbare accu's, elektrische
motorreductieaandrijvingen en een elektrische pomp bestaat. Zowel de hydraulische als de elektrische installatie is uitgerust met
alle nodige beveiligingen (zie de elektrische en de hydraulische schema's die bij deze handleiding gevoegd zijn).
1.7. Bedrijfsduur van de machine, sloop en afdanking
De machine is ontwikkeld voor een verwachte levensduur van 10 jaar in normale werkomgevingen uitgaande van juist gebruik en
gedegen onderhoud. Binnen deze periode is een volledige controle/revisie door de fabrikant noodzakelijk.
Indien de machine rijp is voor de sloop moeten de voorschriften in acht genomen worden die in het land waar dit geschiedt van
kracht zijn.
In Italië moet de sloop / afdanking meegedeeld worden aan de plaatselijke ASL / USL of ARPA.
De machine bestaat voornamelijk uit metalen delen die makkelijk herkenbaar zijn (voor het grootste deel staal en aluminium voor
wat betreft de hydraulische blokken); er kan dus gesteld worden dat de machine voor 90% gerecycled kan worden.
De Europese normen en de door de Lidstaten overgenomen normen betreffende respect voor het milieu
en verwijdering van afval leggen zware administratieve straffen en boetes op in geval van onvoldoende
naleving hiervan.
In geval van sloop / verwijdering moet men zich nauwgezet aan de door de van kracht zijnde normen
opgelegde regels houden vooral voor wat betreft materiaal zoals hydraulische olie, batterijen en accu's.
Gebruiks- en onderhoudshandleiding – V6 E
Blz. 8