6. HANTERING EN TRANSPORT
6.1. Hantering
Om de machine tijdens normaal gebruik te hanteren moet u de aanwijzingen die in het hoofdstuk "GEBRUIKSAANWIJZING" in
de paragraaf "Rijden en sturen" staan raadplegen".
Als het platform volledig omlaag gezet is, is het mogelijk om de machine te bewegen (te gaan rijden) op verschillende snelheden
die de gebruiker naar keuze kan instellen.
Als het platform omhoog gaat en een bepaalde hoogte overschrijdt wordt automatisch de veiligheidsrijsnelheid ingesteld.
LET OP!
De rijmanoeuvre met een omhoog staand platform kan gereglementeerd zijn door verschillende
beperkingen al naar gelang het land waarin gewerkt wordt. Informeer over de wettelijke beperkingen met
betrekking tot deze manoeuvre bij de instanties voor de bescherming van de gezondheid van werknemers
op de arbeidsplaats.
Het is absoluut verboden om zich met opgeheven bestuurdersplaats te verplaatsen op terreinen die niet
horizontaal, stevig en vlak zijn.
Alvorens de machine op de een of andere manier te verplaatsen moet eerst nagegaan worden of er zich
geen personen in de buurt van de machine bevinden en moet er in ieder geval uiterst voorzichtig te werk
gegaan worden.
Telkens voordat de machine verplaatst wordt moet altijd nagegaan worden of eventuele
verbindingsstekkers uit het voedingspunt gehaald zijn.
Er dient gecontroleerd te worden of er geen gaten of hobbels in het wegdek zitten en er dient acht geslagen
te worden op de omvang van de machine.
Indien tijdens de sleepprocedure met opgeheven platform de machine een drempel of gat tegenkomt, zal zij
op één of beide kantelbeveiligingen steunen, zonder dat er een gevaar bestaat voor de operator.
Nu kan het gebeuren dat als u het platform volledig laat zakken en als beide rijwielen van de grond geheven
zijn de machine niet uit zichzelf uit de blokkeerstand kan komen. Dan moet de noodsleepprocedure
toegepast worden (zie de par. "Noodsleepprocedure").
Gebruik de machine niet om andere voertuigen te slepen.
Tijdens het verplaatsen van de machine met opgeheven bestuurdersplaats is het niet toegestaan om
horizontale belasting (reeptrek) uit te oefenen (de medewerker die zich op de machine bevindt mag niet aan
touwen of kabels enz. trekken).
6.2. Transport
Om de machine naar andere werkplekken te vervoeren moeten de hieronder vermelde aanwijzingen opgevolgd worden. Gezien
de afmetingen van sommige modellen adviseren wij u om alvorens de machine te vervoeren informatie in te winnen over de
omvangbeperkingen die in uw land gelden voor wegverkeer.
Alvorens de machine te transporteren moet de machine uitgeschakeld worden en moeten de sleutels uit
het contactslot gehaald worden.
Er mag zich niemand in de buurt of op de machine bevinden om risico's die gepaard gaan met plotselinge
bewegingen te vermijden.
Uit veiligheidsoverwegingen mag de machine nooit aan de armen of het platform opgehesen of gesleept
worden.
Laad de machine op een vlak laadplateau waarvan het draagvermogen voldoende is. Doe dit nadat u het
platform in de ruststand heeft gezet.
Om de machine op het transportvoertuig te laden kunt u als volgt te werk gaan:
Door middel van oprijplateaus en de rijbedieningsorganen die op de bestuurdersplaats aangebracht zijn is het
▪
mogelijk om de machine rechtstreeks op het transportvoertuig te rijden (mits het hellingspercentage van de oprijplateaus
onder het maximum toegestane hellingspercentage blijft zoals beschreven in het overzicht van de "TECHNISCHE
GEGEVENS" en het draagvermogen van de oprijplateaus geschikt is met het oog op het gewicht van de machine)
waarbij de aanwijzingen die in het hoofdstuk "WIJZE VAN GEBRUIK" in de paragraaf "Rijden en sturen" staan opgevolgd
Gebruiks- en onderhoudshandleiding – V6 E
Blz. 39