Inhoudsopgave
Advertenties
7.2.5.
Controle werking en afstelling hellingmeter
Over het algemeen vergt de hellingmeter geen onderhoud behalve indien het systeem vervangen wordt.
Met het oog op het gereedschap dat vereist is om dit onderdeel te vervangen en af te stellen moeten
deze handelingen door vakmensen uitgevoerd worden.
GEZIEN HET BELANG VAN DEZE HANDELING ADVISEREN WIJ DIT ALLEEN DOOR TECHNISCHE
Afhankelijk van het type bedieningssysteem kunnen er twee
verschillende soorten hellingmeters zijn:
-
Type C in geval van een mechanisme buiten het
bedieningssysteem.
-
Geïntegreerd in het bedieningssysteem en daardoor niet
herkenbaar van buitenaf.
In ieder geval is het in het algemeen niet nodig aanpassingen te doen,
aangezien de machine in de werkplaats wordt gekalibreerd voordat zij
wordt afgeleverd. Dit systeem controleert de maximum hellingshoek van
de onderwagen en als de onderwagen schuiner staat dan toegestaan is
dan:
Verhindert hij de hefbeweging.
▪
Verhindert het systeem het rijden met het platform vanaf een
▪
bepaalde hoogte.
▪
Signaleert de instabiliteitstoestand door middel van een
akoestische melder en een alarmbericht op het platform.
De hellingmeter controleert de helling ten opzichte van de beide assen
(X en Y); bij sommige modellen waarvan de stabiliteitsgrenzen in de
breedte- en de lengterichting gelijk zijn wordt de controle slechts ten
opzichte van één as verricht (de X-as).
Controleer ten minste één keer per jaar de werking ervan.
Om de werking van de hellingmeter ten opzichte van de lengteas
(normaal gesproken de Y-as) te controleren:
Zet de machine met behulp van de platformbediening zodanig
▪
neer dat er onder de twee achter- of voorwielen een wielblok
van (A+10 mm) (zie onderstaande tabel) gelegd kan worden.
Wacht 3 seconden (inschakelvertraging die in de fabriek
▪
ingesteld is) totdat het rode gevarenlampje gaat branden op
het platform afgaat.
als het platform omlaag staat is het nog mogelijk om de
▪
rijmanoeuvre te bedienen maar is de hefmanoeuvre
verhinderd;
Wanneer het platform omhoog wordt gebracht, worden zowel de rijden als het heffen geblokkeerd; afdaling blijft mogelijk;
▪
de akoestische melder wordt ook geactiveerd.
Om de werking van de hellingmeter ten opzichte van de breedteas (normaal gesproken de X-as) te controleren:
Zet de machine met behulp van de bedieningen op de bestuurdersplaats zodanig neer dat er onder de twee zijwielen
▪
aan de rechter- of linkerkant een wielblok van (B+10 mm) (zie onderstaande tabel) gelegd kan worden.
Wacht 3 seconden (inschakelvertraging die in de fabriek ingesteld is) totdat het rode gevarenlampje gaat branden op
▪
het platform afgaat.
als het platform omlaag staat is het nog mogelijk om de rijmanoeuvre te bedienen maar is de hefmanoeuvre verhinderd;
▪
Wanneer het platform omhoog wordt gebracht, worden zowel de rijden als het heffen geblokkeerd; afdaling blijft mogelijk;
de akoestische melder wordt ook geactiveerd.
LET OP!
VAKMENSEN TE LATEN DOEN.
BLOKKEN
A [mm]
A1 [mm]
B [mm]
Gebruiks- en onderhoudshandleiding – V6 E
C
V6 E
35
40
25
Afb.36
Blz. 50
Advertenties
Inhoudsopgave
