Tijdens het verplaatsen van de machine met opgeheven platform is het niet toegestaan om horizontale belasting (reeptrek) uit te
oefenen (de medewerker die zich op de machine bevindt mag niet aan touwen of kabels enz. trekken).
Een lastbegrenzer onderbreekt de werking van de machine als de opgeheven last het nominale draagvermogen met circa 30%
overschrijdt (zie het hoofdstuk "Algemene gebruiksvoorschriften") en als het platform opgeheven is.
De machine mag niet rechtstreeks op plaatsen gebruikt worden die bestemd zijn voor het wegverkeer; als er op plaatsen wordt
gewerkt die opengesteld zijn voor het publiek moet het werkgebied van de machine altijd naar behoren afgebakend worden met
de nodige signaleringsmiddelen.
De machine is niet bedoeld om wagens of andere voertuigen te slepen.
De machine mag niet voor andere doeleinden gebruikt worden dan waarvoor de machine gemaakt is
tenzij men bij de fabrikant toestemming daarvoor gevraagd heeft en schriftelijk toestemming van de
fabrikant gekregen heeft om dit te doen.
Indien de machine rijp is voor de sloop moeten de voorschriften in acht genomen worden die in het land
waar dit geschiedt van kracht zijn.
1.3.1.
Uitstappen op hoogte
Bi het ontwerpen van de hoogwerkers is geen rekening gehouden met de risico's die voortvloeien uit "uitstappen op hoogte"
aangezien de enige toegangspositie die in aanmerking genomen is de positie is waarin de hoogwerker volledig omlaag gezet is.
Daarom is deze actie formeel verboden.
Er zijn echter bijzondere omstandigheden waarin de medewerker het werkplatform buiten de toegangspositie moet betreden of
verlaten. Deze actie wordt over het algemeen aangemerkt met "uitstappen op hoogte".
De risico's die met "uitstappen op hoogte" zijn verbonden hangen niet uitsluitend af van de kenmerken van de hoogwerker; op
basis van een speciale risicoanalyse, die door de werkgever wordt gemaakt, kan er toestemming gegeven worden voor dit
specifieke gebruik, waarbij er rekening gehouden moet worden met onder andere:
▪
De kenmerken van de werkomgeving.
Absoluut verbod om het werkplatform als verankeringspunt te gebruiken voor personen die erbuiten werken.
▪
het gebruik van de machine aan xx% van de prestaties, om bijkomende krachtinspanningen te vermijden die worden
▪
gecreëerd door de specifieke handeling of doorbuigingen van de structuur te vermijden die het toegangspunt verwijderen
van het uitstappunt. Met het oog daarop dienen van tevoren enkele tests gedaan te worden om deze beperkingen vast
te stellen.
Er dient gezorgd te worden voor een speciale evacuatieprocedure in geval van nood (bijvoorbeeld een medewerker altijd
▪
op het werkplatform en een andere medewerker bij de bedieningspost op de grond terwijl een derde medewerker het
omhoog staande werkplatform verlaat).
Er dient gezorgd te worden voor een speciale opleiding van het betrokken personeel zowel als bediener als personeel
▪
dat vervoerd wordt;
Het uitstappunt dient voorzien te worden van alle nodige middelen om valgevaar van het personeel dat het werkplatform
▪
verlaat of betreedt te voorkomen.
Het bovenstaande vormt geen formele toestemming van de fabrikant voor "uitstappen op hoogte" maar is bedoeld om de
werkgever - die de volledige verantwoordelijkheid hiervoor op zich neemt - nuttige informatie aan te reiken om deze uitzonderlijke
actie te plannen.
1.4. Beschrijving van de machine
De machine die in deze gebruiks- en onderhoudshandleiding beschreven wordt is een zelfrijdende hoogwerker die uit het
volgende bestaat:
Motorisch aangedreven onderwagen voorzien van wielen.
▪
▪
Verticale telescopische hefconstructie aangedreven door een hydraulische cilinder.
Werkplatform (bestuurdersplaats).
▪
Laadplateau voor het heffen/verplaatsen van materiaal.
▪
De onderwagen, die uitgerust is met een motor om de machine te kunnen verplaatsen (zie "Wijze van gebruik"), is voorzien van
twee aangedreven achterwielen en twee zwenkende vrijlopende voorwielen. Het sturen vindt plaats door middel van
gedifferentieerde bediening tussen de rechteraandrijfmotor en de linkeraandrijfmotor. Automatisch remmen wordt gegarandeerd
door de aanwezigheid van automatische parkeerremmen wanneer de bedieningselementen worden losgelaten.
De hydraulische hefcilinder van de uitschuifbare telescopische constructie is van het enkelwerkende type, het dalen van de
bestuurdersplaats vindt dus door middel van zwaartekracht plaats. Deze cilinder is voorzien van een elektromagnetische
Gebruiks- en onderhoudshandleiding – V6 E
Blz. 7