7.2.7.
Controle van de goede werking van de veiligheidsmicroschakelaars
Alle microschakelaars zijn herkenbaar aan herkenningsplaatjes.
Functie van de microschakelaars:
▪
M1:
schakelt
veiligheidsrijsnelheid in.
Schakelt de beveiligingsfunctie tegen afhakken/beknelling tijdens het
neerlaten van het platform in terwijl het loopplateau zich op ongeveer
50 cm hoogte vanaf de grond bevindt (optie).
M3: zorgt ervoor dat het heffen geblokkeerd wordt in de buurt van de
▪
mechanische eindaanslag van de hefcilinder.
▪
M14-M15: controleren de positie van de twee toegangshekjes (M14
= rechterhekje; M15 = linkerhekje).
Als het platform is neergelaten en een of beide hekjes open zijn,
wordt het heffen van het platform verhinderd, terwijl rijden wel
mogelijk blijft.
Als het platform opgeheven is en een of beide hekjes geopend
worden, worden alle bedieningen verhinderd.
M16-M17: eindstandbegrenzers beweegbaar laadplateau (optie):
▪
bevinden zich op de glijvlakken van het beweegbare laadplateau en
stoppen het heffen (M16) en dalen (M17) van het laadplateau.
M18-M19-M20-M21: beveiliging tegen afhakken/beknelling op de
▪
onderwagen (optie) die het dalen van het platform belemmeren als
er iets tegen de plastic behuizing aankomt.
Controleer ten minste één keer per jaar de werking ervan.
M15
7.2.8.
Controle van de goede werking van het dodemansysteem
Het dodemanssysteem dient om de platformbedieningen werkzaam te maken en bestaat uit:
Dodemanspedaal (ingeschakeld door intrappen met rechtervoet)
▪
Foto-elektrische sensor (ingeschakeld door afdekken met linkerhand)
▪
Als het systeem goed functioneert dan is het niet mogelijk om vanaf de bedieningspost op het platform welke manoeuvre dan ook
met de machine uit te voeren, zonder dat eerst beide mechanismen ingeschakeld zijn. Als foto-elektrische sensor langer dan 10
seconden ingeschakeld wordt zonder dat er een manoeuvre uitgevoerd wordt worden alle bewegingen verhinderd; om weer met
de machine te kunnen werken moet u uw hand van de sensor wegnemen en daarna weer met uw hand bedekken.
Controleer ten minste één keer per jaar de werking ervan.
Om de goede werking van het dodemansysteem te controleren:
Trap het dodemanspedaal in.
▪
Houd uw hand voor de foto-elektrische sensor.
▪
▪
Schakel binnen 10 seconden een willekeurige beweging in: de beweging functioneert.
Laat 10-12 seconden verstrijken zonder dat er een beweging ingeschakeld wordt: dan worden alle bewegingen
▪
onwerkzaam.
Er moet gecontroleerd worden of als de foto-elektrische sensor weer in de oorspronkelijke stand gebracht wordt (door uw
▪
hand weg te nemen en hem daarna weer met uw hand te bedekken) alle bewegingen weer werkzaam worden.
met
opgeheven
bestuurdersplaats
IN HET GEVAL VAN NIETFUNCTIONEREN DE TECHNISCHE DIENST BELLEN
Gebruiks- en onderhoudshandleiding – V6 E
de
M16
M17
M1
M21
M18
M14
LET OP!
M3
M20
M19
Afb.38
Blz. 52