5.1.2.
Rijden en sturen
De bedieningselementen die gebruikt worden om de machine te verplaatsen zijn:
Dodemanspedaal B.
▪
Sensor vrijgave bewegingen F.
▪
Bedieningsknop rijden D.
▪
Stuurschakelaar C.
▪
Om de sturen moet de stuurschakelaar C bediend worden. De stuurschakelaar is proportioneel; het is mogelijk om de wijdte van
de stuurbeweging proportioneel met de druk die op de schakelaar uitgeoefend wordt te moduleren.
•
Sturen bij stilstand: Door de stuurschakelaar volledig te bedienen zonder de rijbedieningsknop te bedienen (sturen bij
stilstand) draait de machine om zijn eigen as waardoor de rijrichting in beperkte ruimten snel omgekeerd kan worden.
•
Sturen met vooruit: Wanneer de stuurschakelaar tijdens het vooruitrijden wordt bediend, wordt de machine naar links
gestuurd wanneer de schakelaar naar links wordt ingedrukt; wanneer de schakelaar naar rechts wordt ingedrukt, wordt
de machine naar rechts gestuurd.
•
Sturen met achteruit: Wanneer de stuurschakelaar tijdens het achteruitrijden wordt bediend, wordt de machine naar
rechts gestuurd wanneer de schakelaar naar links wordt ingedrukt; wanneer de schakelaar naar rechts wordt ingedrukt,
wordt de machine naar links gestuurd.
Afb.7
C
Afb.8
Gebruiks- en onderhoudshandleiding – V6 E
C
C
Blz. 24