Inbedrijfstelling en voorbereiding voor het meten
Netwerkconfiguratie
Standaardfabrieks-
instellingen
terugzetten
Bedieningsinstructies
DHCP-adressering gebruiken:
Klik op de knop «DHCP-adressering gebruiken».
Een dialoogvenster bevestigt dat alle modules zijn ingesteld op DHCP-adressering.
Schakel de gehele moduleketen uit en weer in door de voeding uit en weer in te
schakelen.
De netwerk-LED's op alle modules knipperen vijf keer per seconde terwijl wordt
gewacht op DHCP-toewijzing van een IP-adres. De netwerk-LED's op alle modules
knipperen twee keer per seconde wanneer een adres is toegewezen.
Wacht tot de netwerk-LED op alle modules twee keer per seconde knippert.
Klik op de knop «OK» in het dialoogvenster.
MSEsetup voert een broadcast uit. De netwerk-LED van elke module knippert twee
keer per seconde totdat MSEsetup verbinding met de module krijgt. Het aantal
gevonden modules wordt in een dialoogvenster bevestigd.
Klik op de knop «OK» in het dialoogvenster om de configureerbare module-
instellingen met een back-upbestand te overschrijven of klik op de knop
«Annuleren» om het overschrijven van instellingen over te slaan.
In het berichtengedeelte van het scherm Verbinden verschijnt een bericht wanneer
broadcasting is voltooid.
Met de optie Standaardfabrieksinstellingen terugzetten worden alle modules in de
moduleketen teruggezet naar de standaardfabrieksinstellingen voor het netwerk.
Standaardnetwerkinstellingen:
Module
IP-adres
MSE 120x
172.31.46.2
MSE 11xx,
172.31.46.1
MSE 13xx,
MSE 1401,
MSE 1501
Subnet
Asynchrone
poort
255.255.255.0
27300
Adressering
DHCP
71