Installatie
5
Installatie
Bedieningsinstructies
WAARSCHUWING
De veiligheid van een systeem waarin dit product wordt gebruikt, is de
verantwoordelijkheid van de monteur of installateur van het systeem.
AANWIJZING
Wanneer de unit onder spanning staat, mogen geen connectoren worden
aangebracht of losgekoppeld. Anders kunnen inwendige componenten beschadigd
raken.
Interfaces
1
Vermogensindicatie-LED.
2
Indicatie-LED van de netwerkbus.
F1:vervangbare zekeringhouder.
3, 9, 10
X100:voedingsconnector.
4
S1:aan/uit-knop.
5
8, 35
Moduleconnectoren.
X110:voedingsconnector.
11
F2:vervangbare zekeringhouder.
12
X120:voedingsconnector.
13
X103:aansluiting voetschakelaar.
14
X116:RJ-45 voor netwerkaansluiting.
15
23