Controleer de bougieafstand met een
6.
voelermaat van het draadtype.
Als aanpassing nodig is, buig de
u
zijelektrode dan voorzichtig.
De afstand moet als volgt zijn:
0,8 - 0,9 mm
Bougieafstand
Controleer of de bougiesluitring in goede
7.
staat verkeert.
8. Breng de bougie aan. Bevestig de
bougiesluitring en draai de bougie
handmatig in om scheef indraaien te
voorkomen.
Zijelektrode
Bougiesluitring
Bougie
Draai de bougie aan:
9.
Als de oude bougie in orde is:
●
1/8 slag na contact
Draai een nieuwe bougie bij het installeren
●
tweemaal vast om losraken te voorkomen:
a) Zet eerst de bougie vast:
1/2 slag na contact
b) Draai dan de bougie los.
c) Draai daarna de bougie weer vast:
1/8 slag na contact
LET OP
De motor kan worden beschadigd door een bougie
die onvoldoende is vastgedraaid. De zuigers
kunnen worden beschadigd door loszittende
bougies. Als een bougie te strak is aangedraaid,
kunnen de schroefdraden worden beschadigd.
Monteer de onderdelen in de omgekeerde
10.
volgorde van de demontage.
Let bij het terugplaatsen van de
u
bougiedop op dat er geen kabels of
draden worden afgeklemd.
Bougie controleren
u
97