Verhelpen van storingen
Motor start niet ................................................
Oververhitting (controlelampje hoge
koelvloeistoftemperatuur brandt).............
Waarschuwingslampjes branden of
knipperen.........................................................
PGM-FI-storingslampje (elektronisch geregelde
brandstofinspuiting) (MIL) .............................
ABS-controlelampje
(antiblokkeersysteem).....................................
Controlelampje Torque Control.....................
Controlelampje Honda SMART Key..............
Andere waarschuwingsaanduidingen.........
Storingsaanduiding
brandstofniveaumeter....................................
Stop-/startsysteem werkt niet goed ...........
De stop-/startindicator gaat niet branden ..
BLZ. 115
Motor wordt niet gestopt door stop-/startsysteem
als indicator brandt.........................................
BLZ. 116
Motor start niet, zelfs niet door openen
gashendel..........................................................
BLZ. 117
Als het Honda SMART Key-systeem niet goed
werkt .................................................................
BLZ. 117
Zadel ontgrendelen in een noodgeval .......
Contactschakelaar ontgrendelen in een
BLZ. 118
noodgeval........................................................
BLZ. 119
Lekke band ........................................................
BLZ. 120
Elektrische problemen ....................................
BLZ. 121
De accu loopt leeg............................................
Doorgebrande lamp .........................................
BLZ. 121
Doorgebrande zekering ..................................
BLZ. 122
Motor draait sporadisch instabiel................
BLZ. 122
BLZ. 123
BLZ. 124
BLZ. 125
BLZ. 127
BLZ. 129
BLZ. 132
BLZ. 133
BLZ. 133
BLZ. 133
BLZ. 136
BLZ. 137