Voorzorgsmaatregelen voor het rijden
#
Antiblokkeersysteem (ABS)
Dit model is uitgerust met een antiblokkeersysteem
(ABS) dat is ontwikkeld om te voorkomen dat de
remmen blokkeren tijdens abrupt remmen.
De remweg is niet korter met het ABS. In
●
bepaalde gevallen kan het gebruik van het ABS
een langere remweg tot gevolg hebben.
ABS werkt niet bij snelheden lager dan 10 km/h.
●
Het kan zijn dat de remhendels licht
●
terugspringen wanneer u de rem bedient. Dit is
normaal.
Gebruik altijd de aanbevolen voor-/
●
achterbanden om de werking van het ABS te
waarborgen.
#
Natte of regenachtige omstandigheden
Wegoppervlakken zijn glad wanneer ze nat zijn, en
natte remmen zorgen voor een verminderde
remwerking.
Wees bijzonder voorzichtig bij het remmen onder
natte omstandigheden.
Als de remmen nat worden, rem dan tijdens het
rijden op lage snelheid om ze te laten drogen.
12
Parkeren
Parkeer op een stevige, horizontale
●
ondergrond.
Als u op een helling of onverhard terrein moet
●
parkeren, parkeer het voertuig dan zodanig dat
dit niet kan wegrollen of omvallen.
Zorg ervoor dat hete onderdelen niet in
●
contact kunnen komen met ontvlambare
materialen.
Raak de motor, geluiddemper, remmen en
●
andere hete onderdelen niet aan voordat ze
zijn afgekoeld.
Om de kans op diefstal te verkleinen, moet u
●
altijd het stuur en de contactschakelaar
vergrendelen (
BLZ. 51) en de Honda SMART
2
Key meenemen als u uw voertuig achterlaat.
Deactiveer het Honda SMART Key-systeem
indien nodig.
BLZ. 46
2
Het gebruik van een antidiefstalvoorziening
wordt ook aanbevolen.