Geen dieptemeting / zeebodemvergrendeling verloren
Mogelijke oorzaken
Plaats van de transducer
Transducerhoek
Transducer opgeklapt
Onvoldoende stroomtoevoer Gebruik wanneer het product is belast een multimeter om de
Beschadigde of defecte
transducer
Beschadigde kabels
Snelheid van het schip is te
hoog
(Zee)bodem te ondiep of te
diep
Slecht/problematisch beeld
Mogelijke oorzaken
Objecten zien er anders uit
wanneer uw schip stilligt (bijv.: vis
wordt op het display weergegeven
als een rechte lijn).
Scrollen gepauzeerd of snelheid
te langzaam ingesteld
De gevoeligheidsinstellingen
kunnen ongeschikt zijn voor de
omstandigheden.
42
Mogelijke oplossingen
Controleer of de transducer is geïnstalleerd overeenkomstig de
instructies die met de transducer zijn meegeleverd.
Als de transducerhoek te groot is, kan de straal de bodem missen.
Pas de transducerhoek aan en controleer opnieuw.
Als de transducer een kantelmechanisme heeft, controleer dan of
hij niet is opgeklapt doordat hij een object heeft geraakt.
voedingsspanning zo dicht mogelijk in de buurt van de unit te
controleren om de werkelijke spanning te meten wanneer er
stroom door de unit loopt. (Controleer de Technische specificaties
van uw product voor de voedingsvereisten.)
Controleer de staat van de transducer en zorg ervoor dat hij niet
is beschadigd en vrij van vuil/aangroei. Indien nodig, reinigt of
vervangt u de transducer.
Nadat u de transducer heeft gereinigd of vervangen, brengt u een
coating aan van antifouling op waterbasis.
1.
Controleer de connector van de unit op gebroken of verbogen
pinnen.
2. Controleer of de kabelconnector volledig in de unit zit en of de
borgring is vergrendeld.
3. Controleer de kabel en connectoren op beschadigingen of
corrosie en vervang deze indien nodig.
4. Probeer de stroomkabel wanneer de unit is ingeschakeld heen
en weer te bewegen in de buurt van de displayconnector om
na te gaan of de unit hierdoor uitschakelt, vervang de kabel
indien nodig.
5. Controleer de accuspanning, de conditie van de accupolen en
de voedingskabels en zorg ervoor dat de verbindingen goed
vastzitten, schoon en vrij zijn van corrosie. Vervang ze indien
nodig.
6. Gebruik een multimeter wanneer het product is belast en
controleer alle connectoren/zekeringen etc. op spanningsvallen
(dit kan ertoe leiden dat de Fishfinder-toepassingen stoppen
met scrollen of dat de unit reset/uitschakelt). Vervang ze indien
nodig.
Verlaag de snelheid van het schip en controleer opnieuw.
De diepte van de (zee)bodem kan zich buiten het dieptebereik
van de transducer bevinden, verplaats het schip naar ondieper of
dieper water, welke van toepassing is, en controleer opnieuw.
Mogelijke oplossingen
Verhoog de snelheid van het schip.
Herstart het scrollen of verhoog de scrollsnelheid van de
sonar.
Controleer de gevoeligheidsinstellingen en pas ze aan, of
reset de sonar.