3.2 Test voorafgaande aan de installatie
De transducer testen
De werking van de transducer dient te worden gecontroleerd voordat hij wordt geïnstalleerd.
1. Sluit de transducer aan op de transduceraansluiting van een HyperVision™-compatibel display
(bijv. Element HV 9-display).
2. Dompel de transducer volledig onder in water.
3. Schakel uw HyperVision™-display in.
De eerste keer dat het display wordt ingeschakeld, of na een reset van de fabrieksinstellingen,
wordt de opstartwizard weergegeven. Selectie van de transducer is een onderdeel van de opties
van de scheepsgegevens in de opstartwizard.
4. Open een Fishfinder- (Sonar-)app op uw display.
5. Indien nodig selecteert u de betreffende transducer in het tabblad Transducerinstellingen (Menu
> Transducer > Transducer).
6. Controleer of de correct diepte- en temperatuurmetingen worden weergegeven.
7. Wanneer de toepassing geen metingen weergeeft, neem dan contact op met de Technische
ondersteuning van Raymarine.
Waarschuwing: Gebruik van de transducer
Test en gebruik de transducer uitsluitend in het water. Gebruik hem NIET buiten
water, dit kan tot oververhitting leiden.
Let op: Transducerkabel
• Gebruik de transducerkabel NIET om de transducer op te tillen of op te hangen,
maar ondersteun de body van de transducer direct tijdens het installeren.
• U mag de transducerkabel NIET onderbreken, inkorten of splitsen.
• U mag de connector NIET verwijderen.
Als de kabel is onderbroken kan hij niet worden gerepareerd. Door het
onderbreken van de kabel komt ook de garantie te vervallen.
22