De antifouling dient te worden aangebracht in een dunne en gelijkmatige laag, die alle externe
oppervlakken van de transducer bedekt.
U dient uw transducer regelmatig schoon te maken en iedere 6 maanden nieuwe antifouling aan te
brengen, of vaker, afhankelijk van de snelheid waarmee organische aangroei wordt gevormd.
Raadpleeg
6.2 Reinigen van de transducer
voor richtlijnen over het schoonmaken van de transducer.
Voor instructies over het aanbrengen van een nieuwe laag antifouling, raadpleegt u
6.3 Een nieuwe
laag antifouling aanbrengen
Installatie
33