Antifouling
Wanneer de plaatselijke wetgeving dit toestaat, wordt aanbevolen uw transducer te coaten met
een antifouling op waterbasis. Dit voorkomt de vorming van organische aangroei, wat de werking
van de transducer kan verminderen.
Belangrijk:
• Voordat u antifouling op waterbasis aanbrengt, dient u na te gaan of de plaatselijke
milieuwetgevingen en -richtlijnen het gebruik van antifouling niet verbieden.
• Gebruik nooit antifouling op koperbasis, omdat dit de werking van de transducer nadelig kan
beïnvloeden.
• Gebruik nooit antifouling op basis van keton, omdat dit de kunststof onderdelen van de
transducer kan aantasten en de transducer kan beschadigen.
• Verf uw transducer met een kwast, gebruik geen spuitbus of een sponsroller, omdat dan kleine
luchtbelletjes in de verf achter kunnen blijven, wat eveneens de werking van de transducer
kan verminderen.
De antifouling dient te worden aangebracht in een dunne en gelijkmatige laag, die alle externe
oppervlakken van de transducer bedekt.
U dient uw transducer regelmatig schoon te maken en iedere 6 maanden nieuwe antifouling aan te
brengen, of vaker, afhankelijk van de snelheid waarmee organische aangroei wordt gevormd.
Raadpleeg
6.2 Reinigen van de transducer
Voor instructies over het aanbrengen van een nieuwe laag antifouling, raadpleegt u
laag antifouling aanbrengen
Installatie
voor richtlijnen over het schoonmaken van de transducer.
6.3 Een nieuwe
21