Montageverloop
Elektrische aansluitingen
Elektrische aansluiting
Bij de aansluiting van externe schakelcontacten en
componenten aan de veiligheidslaagspanning van de
regeling moet aan de eisen van beschermklasse II
worden voldaan; d.w.z. 8,0 mm lucht- en lekwegen en
2,0 mm isolatiedikte tot actieve delen.
Bij alle componenten van de installateur moet voor een
veilige elektrische scheiding volgens EN 60 335 en
IEC 60 065 worden gezorgd. Daartoe behoren ook
pc's en laptops.
!
Opgelet
Door elektrostatische ontlading kunnen elektro-
nische modules worden beschadigd.
Voor de werkzaamheden geaarde objecten, bijv.
verwarmings- of waterbuizen, aanraken om de
statische lading af te leiden.
Overzicht van de elektrische aansluitingen
Opmerking
400/230V-kabels en laagspanningskabels moeten
■
gescheiden van elkaar worden aangelegd en strak
op de klemmen worden gebundeld. Bij fouten, bijv.
als een draad loskomt, wordt zo vermeden dat de
draden tegen de ernaast liggende spanningvoerende
delen aankomen.
De mantel van kabels voor de aansluitklemmen zo
■
kort mogelijk afstrippen.
■
Als twee componenten op een gemeenschappelijke
klem worden aangesloten, moeten beide aders
samen in één adereindhuls worden geperst.
Een overzicht van de printplaten en de aansluit- en
bedradingsschema's vindt u vanaf pagina 125.
Buitentemperatuursensor aansluiten
Stekker
!
Buitentemperatuursensor
Afb. 20
Bezetting
1
2
26
(vervolg)
Werking
Ai
GND
Kabels in de regelingsbehuizing invoeren en trek-
ontlasten
!
Opgelet
Schade aan de installatie door niet gesloten
openingen in de regelingsbehuizing
Niet benodigde openingen in de regelingsbehui-
zing met niet opgesneden kabeldoorvoering
afsluiten.
Kabels zonder aangegoten kabeldoorvoering voor-
bereiden
1.
2.
Afb. 19
Kabels van trekontlasting voorzien
■
Kabels met kabeldoorvoering in de openingen van
de regelingsbehuizing plaatsen.
Kabels met kabelbinders aan de aanwezige houders
■
bevestigen.
Extra informatie
Pt1000