Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Maximale Systeemdruk En Toegestane Vloeistoftemperatuur; Minimale Voordruk; Maximale Voordruk - Grundfos CM Series Installatie- En Bedieningsinstructies

Inhoudsopgave

Advertenties

11.4 Maximale systeemdruk en toegestane vloeistoftemperatuur

Materiaaluitvoering
Gietijzer
(EN-GJL-200)
RVS
(EN 1.4301 / AISI 304)
RVS
(EN 1.4401 / AISI 316)
*
Bij vloeistoftemperaturen lager dan 0 °C (32 °F) kunnen hogere motorvermogens nodig zijn vanwege de
hogere viscositeit, bijvoorbeeld wanneer u glycol aan het water hebt toegevoegd.
** 120 °C is alleen van toepassing als de pomp een AQQE-asafdichting heeft.
*** CM-pompen voor het verpompen bij temperaturen lager dan -20 °C zijn op verzoek verkrijgbaar. Neem
contact op met Grundfos.

11.5 Minimale voordruk

U kunt de minimale voordruk "H" in benodigde
meters opvoerhoogte die nodig is om cavitatie in de
pomp te voorkomen, berekenen met behulp van de
volgende formule:
H
= p
x 10,2 - NPSH - H
b
p
= Barometrische druk in bar.
b
Voor de barometrische druk kan 1 bar
worden aangehouden.
In gesloten systemen geeft p
systeemdruk in bar aan.
NPSH = Netto Positieve Zuighoogte (NPSH) in
meter opvoerhoogte. Af te lezen van de
NPSH curven op pagina's
het hoogste debiet dat de pomp kan leve-
ren.
H
= Wrijvingsverlies in zuigleiding in meters
f
opvoerhoogte.
H
= Dampspanning in meter opvoerhoogte.
v
Zie afb. 9, pagina 18.
t
= vloeistoftemperatuur.
m
H
= Veiligheidsmarge = min. 0,5 meter
s
opvoerhoogte.
Als de berekende waarde van "H" positief is, kan de
pomp draaien met een maximale zuighoogte van "H"
meter.
Als de berekende waarde van "H" negatief is, dan is
tijdens bedrijf een minimale voordruk van "H" meter
nodig om cavitatie te voorkomen.
Asafdichting
Toegestane vloeistoftemperatuur*
-20 tot 40 °C
AVBx
41 tot 90 °C
AQQx
-20 tot 90 °C
-20 tot 40 °C
AVBx
41 tot 90 °C
-20*** tot 90 °C
AQQx
91 tot 120 °C**
-20 tot 40 °C
AVBx
41 tot 90 °C
-20*** tot 90 °C
AQQx
91 tot 120 °C**
- H
- H
f
v
s
de
b
15
t/m
17
bij
(-4 tot 104 °F)
(105,8 tot 194 °F)
(-4 tot 194 °F)
(-4 tot 104 °F)
(105,8 tot 194 °F)
(-4 tot 194 °F)
(195,8 tot 248 °F)
(-4 tot 104 °F)
(105,8 tot 194 °F)
(-4 tot 194 °F)
(195,8 tot 248 °F)
Voorbeeld
p
= 1 bar.
b
Pomptype: CM 3, 50 Hz.
3
Debiet: 4 m
/h.
NPSH (uit afb. 5, pagina 15): 3,3 meter opvoer-
hoogte.
H
= 3,0 meter opvoerhoogte.
f
Vloeistoftemperatuur: 90 °C.
H
(uit afb. 9, pagina 18): 7,2 meter opvoerhoogte.
v
H = p
x 10,2 - NPSH - H
b
hoogte].
H = 1 x 10,2 - 3,0 - 3,3 - 7,2 - 0,5 = -3,8 meter
opvoerhoogte.
Dit betekent dat tijdens bedrijf een aanzuighoogte
van 3,8 meter nodig is.
Druk berekend in bar: 3,8 x 0,0981 = 0,37 bar.
Druk berekend in kPa: 3,8 x 9,81 = 37,3 kPa.

11.6 Maximale voordruk

De werkelijke voordruk plus de druk wanneer de
pomp tegen een gesloten afsluitklep draait, dient
altijd lager te zijn dan de maximale systeemdruk.
Maximale systeem-
druk
10 bar
(145 psi)
6 bar
(87 psi)
10 bar
(145 psi)
10 bar
(145 psi)
6 bar
(87 psi)
16 bar
(232 psi)
10 bar
(145 psi)
10 bar
(145 psi)
6 bar
(87 psi)
16 bar
(232 psi)
10 bar
(145 psi)
- H
- H
[meter opvoer-
f
v
s
11

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave