Inhoudsopgave
Advertenties
Bediening Dynapac Compaction Indicator (DCI)
6.5 Dynapac Compaction Indicator (DCI)
Startproces
Meetbedrijf
6
5
4
3
2
1
Afb. 54
Vergelijkbaarheid van de meet-
waarden
60
De DCI geeft de verdichtingstoestand van de ondergrond aan en
maakt het mogelijk om lokale zwakke punten te vinden en deze
doelgericht na te verdichten.
Met een versnellingssensor aan de grondplaat wordt de terug-
werking van de ondergrond op de grondplaat van de machine
gemeten.
Bij het inschakelen van de ontsteking wordt de DCI automatisch
gestart.
De DCI voert eerst een LED-test uit. De LEDs schakelen zich
in afzonderlijke stappen beginnend bij LED (1) in. Als alle LEDs
branden, dan dooft de indicatie weer in afzonderlijke stappen.
Bij ingeschakeld trillen wordt de meetwaarde voorgesteld met de
LED-indicaties (1 - 10).
Als de indicatiewaarde niet verder stijgt, dan is met de ingezette
7
machine geen verdere verdichting mogelijk.
8
De maximale indicatiewaarde (LED-indicaties 1 - 10 en
9
waarschuwingsindicatie a) wordt niet in elk geval bereikt.
10
a
B-DIS-1054
De waarschuwingsindicatie (a):
n
n
n
Om de gewenste verdichtingstoestand van de ondergrond te
bereiken moet vóór de verdichting van het materiaal altijd een
geschikte referentiemeting worden uitgevoerd.
Met de referentiemeting wordt vastgesteld welke indicatiewaarde
van de DCI overeenstemt met de meetwaarde voor de stijfheid van
de grond.
Op grond van schommelingen in de meetwaarde
kan de indicatiewaarde tijdens een passage één
indicatie naar boven/beneden variëren.
Doorslaggevend is de gemiddelde indicatiewaarde
tijdens de laatste overgang.
knippert na het inschakelen van het trillen ca. 1 - 2 seconden.
De indicatie dooft, zodra de trilfrequentie is bereikt.
knippert bij te lage trilfrequentie.
brandt, terwijl gelijktijdig de LED-indicaties (1 - 10) zijn
gedoofd, wanneer er geen trillen wordt herkend.
DRP45DX
Advertenties
Inhoudsopgave
