1.2
Indicatie van de geselecteerde
bedrijfsmodus
Verschijnt naast de gekozen
bedrijfsmodus.
1.3
Indicatie ingestelde mode
Wordt weergegeven wanneer het
apparaat in de vorstbeschermingsmodus
staat.
Wordt weergegeven wanneer het
apparaat in de verwarmings- en
heetwatermodus staat.
Wordt weergegeven wanneer het
apparaat in de heetwatermodus staat.
Wordt weergegeven wanneer het
apparaat in de verwarmingsmodus staat.
1.4
Zone 1 multifunctioneel display
Geeft de druk van het verwarmings-
circuit aan.
Wordt weergegeven als het toestel een
storing ontdekt (errorcode).
Wordt weergegeven tijdens de
installatie/afstellingen.
1.5
Indicaties temperatuurinstellingen
Wordt weergegeven tijdens de instelling
van de heetwatertemperatuur.
Wordt weergegeven tijdens de
instelling van het temperatuur van het
verwarmingscircuit.
6
1.6
Storingssymbolen
Wordt weergegeven, als het toestel
een storing ontdekt (zie hoofdstuk
"Storingsopsporing").
1.7
Indicatie branderfunctie
Geeft aan of het toestel in de heetwater-
modus of de verwarmingsmodus staat
(Hoe hoger de vraag, des te feller brandt
de vermogensindicatie).
1.8
Zone 2 multifunctioneel display
Geeft de watertemperatuur van het
verwarmingscircuit aan, wanneer het
toestel in de verwarmingsmodus is.
Wordt weergegeven tijdens de
instelling van de heetwater- en
verwarmingscircuittemperatuur.
Wordt weergegeven, als het toestel een
storing ontdekt.
Wordt weergegeven tijdens de
installatie/afstellingen.
1.9
Installatie / servicemenu symbool
Wordt weergegeven tijdens de
installatie/afstellingen.
1.10 Indicatie aanwezigheid buitenvoeler
Wordt weergegeven, als er een buiten-
voeler op het apparaat aangesloten is.