Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Gastechnisch; Algemeen; Controle En Afstellen; Elektrotechnisch - AWB ThermoElegance 6 Installatievoorschrift

Inhoudsopgave

Advertenties

5.5 Gastechnisch

5.5.1 Algemeen

De gasaansluiting dient gemaakt te worden in overeen-
stemming met "Voorschriften voor aardgasinstallaties"
NEN 1078 en NEN 3028.
Leidingen
Controleer de gasleiding op vervuiling. Afpersen met druk
mag gebeuren met een druk van maximaal 150 mbar
(buiten het toestel, dus exclusief het gasblok).
5.5.2 Controle en afstellen CO ²
Het toestel is uitgerust met een gas/luchtregeling
(verhouding 1:1). Het drukverschil tussen de onderdruk
op de inspuiter en de onderdruk in de luchtkast bepalen
de stand van de servo-regelaar en zodoende ook de
gashoeveelheid.
Indien er niet teveel weerstand in het systeem aanwezig
is (geen verstopping, vervuiling of te grote af- en/of toe-
voerlengte) dient de gemeten gasfl ow en het CO ² onder
vollastcondities en een waarde te hebben zoals weer-
gegeven in tabel 4.
Tabel 4. Afstelgegevens
Gassoort
CO ² H/L%
G25 Aardgas
9,1 / 9,1 +/- 0,3
G31 Propaan
10,3 / 10,3 +/- 0,3
CO ² (%) zonder binnenpaneel
CO ² (%) met binnenpaneel
Indien de gasfl ow te klein is, dient er gecontroleerd te
worden of het toerental overeenkomt met de waarde zoals
weergegeven in tabel 6, of dat er sprake is van verhoogde
weerstand door vervuiling of door toepassing van te grote
leidinglengtes.
Men dient het toestel altijd eerst op vollast, bij niet gemon-
teerde siermantel, af te stellen op een CO ² gehalte zoals
weergegeven in tabel 4 (zie gasregelklep in fi guur 5.5.3).
Linksom draaien betekent meer gas (hoger CO ² ) en rechts-
om draaien betekent minder gas (lager CO ² ). Vervolgens
dient het CO ² gehalte op laaglast gecontroleerd te worden
(zie off-set schroef in fi guur 5.6.1). Rechtsom draaien bete-
kent meer gas (hoger CO ² ) en linksom draaien betekent
minder gas (lager CO ² ). Indien dit niet het geval is, dient
er bijgesteld te worden en weer opnieuw op hoog en op
laaglast gecontroleerd en eventueel bijgesteld te worden
G25
G31
8,9% +/- 0,2
10,1% +/- 0,2
9,1% +/- 0,3
10,3% +/- 0,3

5.6 Elektrotechnisch

De elektrische installatie dient te worden aangelegd in
overeenstemming met de bepalingen zoals die vermeld
staan in NEN 1010.
Voeding
Het toestel is voorzien van een snoer met een randgeaarde
stekker voor 230V~/50 Hz aansluiting op een randgeaarde
wandcontactdoos. Deze aansluiting dient vanaf het toestel
goed toegankelijk te zijn. De buiten het toestel liggende
lengte van het snoer bedraagt 1 meter. Om gevaarlijke
situaties te vermijden dient dit snoer, indien het beschadigd
wordt, vervangen te worden door een erkend installateur.
Bedrading
Het bedradingsschema is weergegeven in fi guur 5.6.1.a en
5.6.1.b. In dit schema is eveneens de positie van de zeke-
ring weergegeven. De bedrading zoals die door de fabriek
is aangebracht mag niet gewijzigd worden. In fi guur 5.6.1.b
zijn de aansluitingen van de bekabeling op de hoofdprint-
plaat in detail weergegeven.
Sluit de kamerthermostaat aan,
en verwijder de blauwe draad.
NTC
®
OpenTherm
alleen
of
110 mA
buitenvoeler
aan/uit
Figuur 5.6.1. Aansluitingen kamerthermostaat
op de kroonsteen
25

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave