Bij uitvoering A liggen toe- en afvoer in hetzelfde drukvlak
en is een uitmonding boven de nok niet toegestaan.
De opstellingsmogelijkheid voor een open toestel is weer-
gegeven in fi guur 5.4 (uitvoering B). Uitvoering B betreft
de vrije uitmonding.
Gesloten toestel in meervoudige toepassing (C6)
De luchttoevoer en de verbrandingsgas-afvoer worden
voor meerdere toestellen gecombineerd. Deze gecombi-
neerde systemen worden aangeduid als CLV-systemen
(combinatie van luchttoevoer- en verbrandingsgasafvoer-
systemen (zie fi guur 5.4.3).
Leidingberekening
De totale druk die ter beschikking staat voor leidingwerk
bedraagt 136 Pa. Indien men meer dan 136 Pa aan weer-
stand aanbrengt, zal dit een belastingdaling tot gevolg
hebben die meer bedraagt dan 5%. Bij een belastingdaling
> 5% voldoet het toestel niet meer aan de gaskeur CW-
kwalifi catie eisen. Het toestel zal nog starten bij een rook-
gasafvoerweerstand van ± 1000 Pa. In tabel 3 staan de
weerstandswaarden welke gebruikt kunnen worden voor
de leidingberekening.
RO = riool ontluchting
RG = rookgasafvoer
LT = luchttoevoer
MV = mechanische
ventlatie
RO RG LT
Figuur 5.4.1.
24
MV
Verticale dakdoorvoer (C/E).
Figuur 5.4.2. Verticale dakdoorvoer
Figuur 5.4.3. Toepassingsmogelijkheden
CLV-systemen (voor maatvoering
zie NPR 3378)