9 STORINGSOPSPORING
9.1 Algemeen
Indien er geen cijfers op het display zichtbaar zijn, dient
men te controleren of de stekker in het stopcontact zit en
of de juiste spanning op het stopcontact aanwezig is.
Beweeg de "reset"-knop eenmaal op en neer (zie fi guur 6)
en controleer of de ketel weer gaat functioneren. Indien
geen verandering optreed, dient men verder te gaan met
het controleren van het elektrische circuit. Op de volgende
manieren krijgt u toegang tot de elektrische aansluitingen:
Toegang tot gebruikersinterface
Haal de voorkant van het bedieningspaneel los door voor-
zichtig de twee opsluitgrendels omhoog te wrikken (zie
fi guur 8). Laat de voorkant van het bedieningspaneel niet
naar beneden klappen en tegen de elektrische verbindin-
gen van de resetschakelaar en gebruikersinterface rusten.
Verwijder de aansluitingen of ondersteun het bedienings-
paneel.
Neem eerst de stekker uit de wandcontactdoos
opsluitgrendels
Figuur 8. Toegang tot gebruikersinterface
Toegang tot branderautomaat
U verkrijgt als volgt toegang tot de printplaat van de
branderautomaat: klap de bedieningskast open.
Verwijder de torxschroeven en haal het achterpaneel los
(Zie fi guur 8.1).
Bedieningskast
Open de bedieningskast en controleer vervolgens of er
230 V op de aansluitingen van connector H8 (zie fi guur
5.6.2) aanwezig is. Zo ja, ga dan verder met het volgende:
controleer of er sprake is van kortsluiting in de pomp-
bekabeling, de bekabeling van connector H3 of in de be-
kabeling van de hoofdprintplaat (controleer ook op slechte
contacten) naar het display-board. Controleer vervolgens
de zekering op de hoofdprintplaat (zie fi guur 5.6.1.a en
5.6.1.b) (630mA op SYMSI). Nadat bovenstaande zaken
gecontroleerd (en eventueel verholpen) zijn, dient de
stekker teruggeplaatst te worden in de wandcontactdoos.
Indien er nog steeds geen cijfers op het display zichtbaar
zijn, is of het display-board of de hoofdprintplaat defect.
Toestel reageert niet op kamerthermostaat-vraag
Controleer de kamerthermostaat met zijn bedrading (kabel-
breuk). Bij toepassing van een buitenvoeler dient de voeler
en zijn bedrading gecontroleerd te worden. Controleer de
bedrading die van de kroonsteen (zie fi guur 5.6.1.b) naar
de connector van de OpenTherm interface loopt en de
bedrading die van de OpenTherm interface naar connec-
tor J15 van de hoofdprintplaat loopt (zie fi guur 5.6.1.b).
Controleer de ventilator en de bijbehorende bedrading.
Toestel reageert niet op boilervraag
Controleer de tap NTC, boiler NTC en de doorstroom-
sensor en hun bedrading. Controleer de ventilator, de
bijbehorende bedrading en de instellingen van de ketel.
torxschroeven (2x)
Figuur 8.1. Openen van de bedieningskast
9.2 Tapstoringen
Onvoldoende tapwater
–
perlators in kranen vervuild
–
onvoldoende voordruk in leidingnet
–
doseerventiel vervuild (zie fi guur 1, pos. 21) + sanitair
koudwaterleiding)
–
sanitairfi lter vervuild (zie fi guur 7.1, pos. 6)
–
te kleine leidingdiameters toegepast
Te lage tapwatertemperatuur
–
doseerventiel defect, debiet te groot
–
te laag ingestelde waarde van tapwatertemperatuur
(zie fi guur 4.2.2)
–
boilerbedrijf uitgeschakeld
–
belasting te laag ten gevolge van teveel weerstand in
luchttoevoer/rookgasafvoersysteem of vervuiling van
de warmtewisselaar
–
storing aan driewegklep
Toestel brandt alleen maar voor (externe) boiler
–
defecte boilerthermostaat of tap-NTC en/of bedrading
–
defecte doorstroomsensor (kortsluiting)
–
driewegklep defect (lekkage cv-zijdig)
–
verkeerde bedrijfsmode geselecteerd
9.3 CV-storingen, installatie blijft koud
–
kamerthermostaat (aan/uit of OpenTherm) is defect,
verkeerd aangesloten, staat te laag ingesteld of de anti-
cipatieweerstand is niet juist ingesteld (0,11 A)
–
buitenvoeler en/of bedrading defect
–
er is geen spanning aanwezig op de branderautomaat
–
stekker niet in wandcontactdoos
–
gaskraan staat dicht
–
defecte zekering in automaat of meterkast
–
niet geheel gesloten warmwaterkraan (debiet groter
dan 1 liter/min)
–
cv-bedrijf uitgeschakeld (holiday-mode of alleen
sanitair-mode)
–
driewegklep defect
–
te lage druk in installatie
–
druksensor defect
achterpaneel
bedieningskast
35