Aan de rechterzijde van het display wordt de ingestelde
waarde aangegeven van de links weergegeven parameter.
Onder de ingestelde waarde staat de aanduiding "VAL".
Met de + en – toetsen onder de parameter en waarde
kan vervolgens de parameter worden geselecteerd, en de
ingestelde waarde.
Voor geforceerd branden drukt men vervolgens op de
+ en/of – toets van de parameter totdat het cijfer 8 ver-
schijnt.
Nadat parameter 8 is geselecteerd, kan men met de rechtse
+ en – toetsen het cijfer wijzigen totdat het cijfer 1 (gefor-
ceerd laag) of het cijfer 2 (geforceerd hoog) of cijfer 3 (start-
toerental) verschijnt. Gedurende het geforceerd in bedrijf
zijn, is er een koffersymbool op het display zichtbaar.
Indien men ten behoeve van service-doeleinden meer dan
deze 11 minuten nodig heeft, dient men te resetten en het
toestel opnieuw geforceerd te laten branden.
Na service-bedrijf dient men parameter 8 weer op 0 te zetten.
** de service-code is op aanvraag bij AWB verkrijgbaar.
4 BESTURING DOOR
BRANDERAUTOMAAT
4.1 Algemeen
Nadat de voedingsspanning is ingeschakeld, of nadat de
ketel is gereset, worden de driewegklep en de pomp
kortstondig bekrachtigd. Indien er binnen 24 uren geen
warmtevraag optreedt, wordt deze procedure herhaald.
In deze situatie zal de pomp gedurende 30 seconden
draaien. Dit gebeurt om te voorkomen dat de pomp en/of
de driewegklep vast gaat zitten.
4.2 Bediening + weergave op display
(gebruikers-mode)
Het bedieningspaneel bevat 5 toetsen, een resetschakelaar
en een display (zie fi guur 4.2).
bar
Figuur 4.2 Bedieningspaneel met display
20
C
Het display is uitgerust met een verlichting. Door op een
willekeurige toets te drukken, wordt deze verlichting
(LED) geactiveerd.
4.2.1 Setpoint aanvoertemperatuur cv-bedrijf
De setwaarde (ingestelde waarde) van de aanvoer-
temperatuur is te wijzigen door op de + of de – toets bij
het
-symbool te drukken (zie fi guur 4.2.1).
Indien een buitenvoeler of een OpenTherm-kamerthermo-
staat is aangesloten, is deze setwaarde van de aanvoer-
temperatuur niet aan te passen omdat deze door de rege-
ling wordt berekend. De setwaarde van de buitenvoeler of
OpenTherm regeling wordt weergegeven op het display.
Figuur 4.2.1. Veranderen setpoint
aanvoertemperatuur
4.2.2 Sanitair temperatuur instellingen
De setwaarde van de sanitair temperatuur is te wijzigen
door op de + of de – toets bij het
(zie fi guur 4.2.2). Bij gebruik van een OpenTherm-kamer-
thermostaat dient de setwaarde via de thermostaat inge-
steld worden. Als de OpenTherm-kamerthermostaat geen
sanitairfunctie heeft, dient deze ingesteld te worden zoals
hierboven omschreven.
Figuur 4.2.2. Instellingen sanitairgebruik
4.2.3 Sanitair-instellingen CW
Om de toestellen conform CW-klassifi catie te laten preste-
ren, is het noodzakelijk om de tapwatertemperatuur op
een waarde van 63°C in te stellen.
C
symbool te drukken
C