Rijden op de motorfiets
Om van de volledige remkracht te
kunnen profiteren dient u altijd de
voorremhendel en het achterrempedaal
tegelijk te gebruiken.
1.
Remhendel voorrem
1.
Rempedaal achterrem
98
DENK BIJ HET REMMEN AAN HET
VOLGENDE:
- Laat het gas helemaal los zonder
te ontkoppelen, zodat de motor
kan helpen om de motorfiets af te
remmen.
- Schakel
omlaag, zodat de transmissie in de
eerste versnelling staat wanneer de
motorfiets volledig stil staat.
- Gebruik bij het remmen altijd beide
remmen tegelijk. Normaliter moet op
1
de voorrem iets meer kracht worden
uitgeoefend dan op de achterrem.
- Schakel naar een lagere versnelling
of zet de motor in de neutraalstand
om te voorkomen dat de motor
afslaat.
- Laat de remmen nooit blokkeren,
omdat dat kan leiden tot verlies van
controle over de motorfiets en een
ongeval.
1
Schakel bij een noodstop niet terug,
maar concentreer u erop om zo hard
mogelijk te remmen met de voor- en
achterrem, zonder te slippen. Oefen
noodstops op een terrein zonder
verkeer.
Triumph beveelt motorrijders sterk
aan lessen te nemen waarin ook
veilig remmen aan de orde komt. Een
onjuiste remtechniek kan leiden tot
verlies van controle over de motorfiets
en een ongeval.
Waarschuwing
steeds
één
versnelling
Waarschuwing