Motorfiets - Rijhulpmiddelen
Met het menu Rijhulpmiddelen kan de
huidige rijmodus worden geconfigureerd
terwijl de motorfiets rijdt.
Zie voor informatie over de beschikbare
opties voor elke rijmodus pagina 54.
1.
Huidige rijmodus
2.
ABS- optie
3.
MAP- optie
4.
TC- optie
Om de instellingen van een rijmodus te
wijzigen:
•
Beweeg vanuit het menu Motorfiets
de joystick omlaag/omhoog om de
optie Rijhulpmiddelen te selecteren.
•
Duw de joystick naar links / rechts
om door de opties ABS, MAP en TC
te scrollen.
•
Druk in het juiste menu de joystick
omlaag/omhoog
instelling te selecteren en te mark-
eren.
•
Druk in de middenstand op de
joystick om de selectie te beves-
tigen.
•
Duw de joystick naar rechts om
naar het vorige menu terug te
keren.
om
de
vereiste
Algemene informatie
Motorfiets - TPMS (indien
gemonteerd)
Waarschuwing
Zet de motorfiets stil wanneer het
waarschuwingslampje voor de banden-
spanning gaat branden.
Rij niet op de motorfiets tot de
banden gecontroleerd zijn en de juiste
bandenspanning
toestand.
Het
menu
van
ningscontrolesysteem (TPMS) toont de
bandenspanning in de voor- en achter-
band.
De voor- of achterband wordt geac-
centueerd op de afbeelding van de
motorfiets om aan te geven dat de
bandenspanning lager is dan de aanbe-
volen druk.
Zie pagina 150 voor meer informatie over
TPMS en bandenspanningen.
hebben
in
koude
het
bandenspan-
51