Procedure
1. Gebruik de transmissiemotor korte tijd in leegloop.
2. Controleer de loop op onregelmatigheden zoals olielekken, sterke trillingen en geluiden.
3. Schakel de last erbij.
4. Laat de transmissiemotor kort lopen.
De inloopprocedure is na ongeveer 24 uur onder volledige belasting afgesloten. In de meeste situaties worden dan de
cataloguswaarden bereikt.
U heeft de transmissiemotor in bedrijf genomen.
6
Bedrijf
Transmissies in ATEX-uitvoering
De temperatuur van de behuizing mag een verschilwaarde van 70 °K ten opzichte van de omgevingstempera-
tuur van max. +40 °C niet overschrijden.
Meet de temperatuur op het diepste punt van de behuizing (oliecarter) en / of op het montagevlak bij uitgaande
groepen met een geschikte temperatuursensor.
Veranderingen duiden op een mogelijke beginnende schade.
VOORZICHTIG
Storingen kunnen tot schade aan de transmissie of persoonlijk letsel leiden
Schakel bij veranderingen tijdens het gebruik het aandrijfaggregaat onmiddellijk uit.
Bepaal de oorzaak van de storing aan de hand van de storingstabel. Verhelp storingen of laat ze verhelpen.
Controleer de transmissie of de transmissiemotor tijdens gebruik op:
● te hoge bedrijfstemperatuur
● veranderde geluiden van de transmissie
● mogelijke olielekkages bij de behuizing en bij de asafdichtingen.
7
Storingen, oorzaken en verhelpen
Opmerking
Tijdens de garantieperiode optredende storingen waarvoor een reparatie van de transmissie noodzakelijk is, mogen alleen
door de Technical Support worden verholpen. Wanneer er na afloop van de garantieperiode storingen optreden waarvan de
oorzaak niet eenduidig kan worden vastgesteld, wordt geadviseerd om contact op te nemen met de afdeling Technical
Support.
Wanneer u hulp van Technical Support nodig heeft, dient u de volgende informatie bij de hand te hebben:
Gegevens van het typeplaatje
•
Soort en omvang van de storing
•
Vermoedelijke oorzaak.
•
8
Service en onderhoud
8.1
Algemene onderhoudswerkzaamheden
Transmissies in ATEX-uitvoering
Alle maatregelen, controles en de resultaten ervan moeten door de exploitant worden gedocumenteerd en
moeten veilig worden bewaard.
24
KA 2032
A5E36801104, 08/2015