Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Aansluitkast; Klemaanduiding; Draairichting - Siemens SIMOGEAR KA 2032 Beknopte Bedieningshandleiding

Inhoudsopgave

Advertenties

4.11.2

Aansluitkast

LET OP
Elektrische aansluitingen kunnen lostrillen
Schroef kabelaansluitingen, moeren en bouten altijd met het vereiste aanhaalmoment vast.
Borg de inlegspiën voor het testbedrijf zonder aandrijfelementen.
LET OP
Functionele storingen
In de aansluitkasten mogen geen vreemde objecten, vuil of vocht aanwezig zijn.
De aansluitkast moet stof- en waterdicht zijn afgesloten.
De aansluitkast met de originele afdichten afsluiten. Invoeren in de aansluitkast en andere open invoeren afsluiten met
O-ring of geschikte vlakke afdichting.
Aansluitkast en andere functionele onderdelen in het binnenste van de aansluitkast niet beschadigen.
Opmerking
De aansluitkast kan bij een klembord met 6 aansluitbouten (standaard uitvoering) met 4 x 90 graden op de aansluitsokken
van de statorbehuizing worden gedraaid.
De temperatuursensor en de stilstandverwarming worden in de aansluitkast aangesloten.
Let erop, dat de beschermingsklasse van de motor pas na correct aansluiten en aanhalen van de kabelschroefverbindingen
en blinde stoppen aanwezig is.
4.11.3

Klemaanduiding

Bij de klembenamingen gelden voor de draaistroommotor de volgende definities:
Tabel 4-2
klemaanduidingen (aan bijvoorbeeld 1U1-1)
1
U
1
-
1
x
x
x
x
4.11.4

Draairichting

De motoren zijn zowel links- als rechtsdraaiend.
Als de netkabels met de fasenvolgorde L1, L2, L3 aan U, V, W worden aangesloten, ontstaat bij aanzicht op het asuiteinde
van de motor aan transmissiezijde (D-zijde) een werking naar rechts. Worden twee aansluitingen verwisseld, dan ontstaat
een werking naar links (bijv. L1, L2, L3 op V, U, W).
Bij transmissiemotoren voor slechts één draairichting, bijv. met teruglooprem, is de voorgeschreven draairichting aangeduid
door een richtingpijl op de transmissiemotor.
18
Benaming
Kencijfer voor pooltoewijzing bij draaistroommotoren waarvan de pool kan worden omgescha-
keld
(lager cijfer = lager toerental)
of in speciale gevallen voor onderverdeelde wikkelingen
Fasenbenaming (U, V, W)
Kencijfer voor wikkelingsbegin (1)
kengetal voor wikkelingseinde (2)
meer kencijfers bij meer dan een aansluiting per wikkeling
Bijkomend kengetal indien bij meerdere klemmen met verder een gelijke benaming een aan-
sluiting van parallelle nettoevoerleidingen verplicht is
KA 2032
A5E36801104, 08/2015

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave