• Draai de kartelschroef
(→ Afb. 21-2)
naar onder.
• Plaats het preparaat
• Draai de kartelschroef
totdat het preparaat stabiel is vastgeklemd.
BELANGRIJK
Bij het klemmen van de cassettes dient u erop te letten, dat deze niet te krachtig zijn geklemd, omdat
de cassettelichamen kunnen ombuigen en daardoor dikke/dunne coupes ontstaan, resp. het volledige
preparaat eraf kan vallen en beschadigd kan worden.
5.9.2 Prisma-inzet (optie)
4
3
Afb. 22
De prisma-inzet
(→ Afb. 22-4)
objectklem geplaatst.
De prisma-inzet dient voor het vastklemmen van ronde preparaten.
• Draai de kartelschroef
(→ Afb. 22-2)
naar onder.
• Plaats de stift
onderste klembek
• Plaats het preparaat in de gewenste positie.
• Draai de kartelschroef
naar boven te bewegen totdat het preparaat stabiel geklemd is.
5.9.3 Foliespanner type 1 (optie)
Foliespanner type 1 is geschikt voor kleine, dunne foliestukken en vlakke, rechthoekige preparaten.
De foliespanner wordt in de standaard objectklem geplaatst.
Leica RM2125 RTS
(→ Afb. 21-1)
linksom en beweeg de onderste verplaatsbare klembek
(→ Afb. 21-3)
in de gewenste positie.
(→ Afb. 21-1)
rechtsom om de onderste klembek naar boven te bewegen
1
5
2
wordt op de onderste verplaatsbare klembek van de standaard
(→ Afb. 22-1)
linksom en beweeg de onderste verplaatsbare klembek
(→ Afb. 22-3)
van de prisma-inzetstuk
(→ Afb.
22-2).
(→ Afb. 22-1)
rechtsom, om de onderste klembek met het prisma-inzetstuk
(→ Afb. 22-4)
in de boring
5
Bediening
(→ Afb. 22-5)
van de
35