Opnemen met de doorlopende sluiter
met zoom
1.
Verplaats m.b.v. [ ],
[ ], [ ] en [ ] het
selectiekader om het
beeld van het
onderwerp aan de
linkerkant van het
beeldscherm totdat
het zich bevindt bij het gedeelte dat u wilt
uitvergroten en druk vervolgens op [SET]
(instellen).
Hierdoor wordt het gebied binnen het kader uitvergroot en
weergegeven aan de rechterkant van het beeldscherm.
2.
Druk op de sluitertoets om op te nemen.
Zowel het linker beeld als het rechter beeld worden
opgenomen.
BELANGRIJK!
• Merk op dat u bij de doorlopende sluiter met zoom de
sluitertoets niet ingedrukt hoeft te houden.
• Digitaal zoomen is niet mogelijk tijdens het opnemen met
de doorlopende sluiter met zoom.
• De doorlopende sluiter met zoomen is niet beschikbaar
wanneer de instelling van de beeldgrootte 3:2 (3648 ×
2432 beeldpunten) of 16:9 (3648 × 2048 beeldpunten) is.
• Wanneer de instelling van de beeldgrootte 10M (3648 ×
2736 beeldpunten) of 5M (2560 × 1920 beeldpunten) is, zal
de grootte van het ingezoomde beeld dat geproduceerd
wordt door de doorlopende sluiter met zoomen 3M (2048 ×
1536 beeldpunten) zijn.
• Wanneer autofocus als de scherpstelfunctie geselecteerd
is, schakelt de meetfunctie automatisch over naar "Spot"
(puntmeten) (pagina's 108, 120) en lokaliseert het
autofocuskader in het midden van het selectiekader van de
doorlopende sluiter met zoomen.
80
OPNEMEN VAN EEN FOTO