GEAVANCEERDE INSTELLINGEN
Veranderen van de scherpstelfunctie
Uw camera voorziet in de vijf scherpstelfuncties die hieronder beschreven zijn. De default scherpstelfunctie die oorspronkelijk in de
fabriek ingesteld werd is autofocus.
Scherpstelfunctie Omschrijving
Auto Focus
Automatisch scherpstellen wanneer de sluitertoets halverwege
(autofocus)
ingedrukt wordt.
Tijdens filmopname is de automatische scherpstelfunctie
uitgeschakeld.
Macro
Gebruikt voor close-up opnames. Tijdens het opnemen van
(Close-up)
een film, wordt de macrofocus een vaste scherpstelling.
Pan Focus
Panfocus (PF) is alleen tijdens filmopname beschikbaar.
Vaste scherpstelling voor het scherpstellen voor een relatief
groot bereik. Gebruik panfocus onder omstandigheden waarbij
autofocus moeilijk is.
Infinity Focus
Er is scherpgesteld op oneindig. Gebruik deze functie wanneer
(scherpstelling op
bij het opnemen van landschappen en andere beelden die zich
oneindig)
ver weg bevinden.
Manual
Het scherpstellen wordt handmatig uitgevoerd.
Focus (handmatig
scherpstellen)
* "Scherpstelbereik" geeft de afstand aan vanaf het oppervlak van de lens.
B
Scherpstelbereik*
Automatische instelling (Ongeveer 40 cm tot
• Minimale afstandpositie variëert afhankelijk
van de optische zoom.
Automatische instelling (10 cm tot en met 50 cm)
• Minimale afstandpositie variëert afhankelijk
van de optische zoom.
Vaste afstand
• Het scherpstelbereik variëert afhankelijk van
de optische zoomstand.
Oneindig
• Het scherpstelbereik variëert afhankelijk van
de optische zoomfactor.
Optische zoomfactor
1X
3X
104
Bereik
10cm tot
50cm tot
GEAVANCEERDE INSTELLINGEN
)