■
Opslaan van een beeld op uw Macintosh
Om aan een beeld te werken of het in een album te plaatsen
dient u het beeld eerst bij uw Macintosh op te slaan. Om een
beeld van de camera op te slaan op uw Macintosh, dient u eerst
een aansluiting tot stand te brengen tussen de camera en de
computer.
1.
Dubbelklik op de schijficoon van de camera.
2.
Zet de "DCIM" map in de map waar u hem wilt
opslaan.
Hierdoor wordt de "DCIM" map naar de map op uw
Macintosh gekopieerd.
BELANGRIJK!
• Gebruik uw computer nooit om beeldbestanden die
opgeslagen zijn in het ingebouwde geheugen van de
camera of op de geheugenkaart te bewerken, te wissen, te
verplaatsen of een nieuwe naam te geven. Dit kan namelijk
problemen veroorzaken bij de beeldbeheerdata van de
camera waardoor het onmogelijk kan worden om beelden
op de camera weer te geven en kan de resterende
geheugencapaciteit drastisch wijzigen. Wanneer u een
beeld wilt wijzigen, wissen, verplaatsen of er een nieuwe
naam aan wilt geven, doe dit dan alleen bij beelden die
gekopieerd zijn naar uw Macintosh.
• Verbreek de aansluiting van de USB kabel nooit en voer
geen bewerkingen uit bij de camera tijdens het bekijken of
opslaan van beelden. Hierdoor kunnen de data beschadigd
raken.
■
Sluit de camera aan op uw Macintosh
1.
Sleep de schijficoon voor de camera over het
beeldscherm van uw Macintosh naar de
vuilnisbak.
2.
Op de [ON/OFF] (aan/uit) toets van de camera
drukken. Controleer dat de bedrijfsindicator
van de camera niet oplicht en verbreek de
aansluiting tussen de camera en de
Macintosh.
GEBRUIKEN VAN DE CAMERA MET EEN
220
COMPUTER