2.
Selecteer m.b.v. [ ] en [ ] de icoon van de
instelling die u wilt veranderen.
3.
Verander d.m.v. [ ] en [ ] de gewenste
instelling.
• Herhaal stappen 2 en 3 als u andere instellingen wilt
configureren.
4.
Druk op [SET] (instellen) wanneer alle
instellingen naar wens zijn.
• Hierdoor worden de instellingen toegepast en
teruggekeerd naar de normale bediening (er is geen
icoon van het Operation Panel (bedieningspaneel)
geselecteerd).
BELANGRIJK!
• Panel (Operation Panel) (bedieningspaneel) wordt niet
getoond terwijl spraakopname gebruikt wordt.
■
Layout van het scherm bij de
weergavefunctie (PLAY)
Met de scherm layout instellingen van de weergavefunctie
(PLAY) kunt u selecteren hoe displaybeelden worden getoond
op het beeldscherm.
1.
Druk tijdens de weergavefunctie (PLAY) op
[MENU].
2.
Selecteer d.m.v. [ ] en [ ] de "Set Up"
(basisinstellingen) indextab.
3.
Selecteer d.m.v. [ ] en [ ] "
druk vervolgens op [ ].
4.
Selecteer d.m.v. [ ] en [ ] de gewenste
instelling en druk vervolgens op [SET]
(instellen).
55
Display" en
VOORBEREIDINGEN