As
De camber van de achterwielen
Het camberblok heeft een camber
van 0
en 3
.
O
O
In de fabriek is de camber ingesteld
op 3
.
O
U stelt het camberblok (1) in door
de bout (2) met behulp van een
5mm insteeksleutel en een 13mm
inbussleutel te verwijderen.
Schuif het camberblok (1) eruit,
draai het ondersteboven, schuif het
terug en breng de bout (2) weer in.
Draai deze aan tot een
draaimoment van 7-12Nm.
De camberstand is nu op 0
ingesteld.
Ter identificatie heeft de 3°
camberstand twee inkepingen aan
de bovenste binnenzijde
(Fig. 64A).
De 0° camberstand kan herkend
worden door de twee inkepingen
aan de onderste binnenzijde
(Fig. 64B).
Wanneer het QA-blok naar onder
wijst, moeten de twee inkepingen
ook naar de binnenzijde van het
frame wijzen (Fig. 64C), de twee
inkepingen aan de lage binnenzijde
voor 3° en aan de hoge binnenzijde
voor 0° camberstand (Fig. 64D).
Opmerking:
Beide assen dienen op identieke
wijze te worden afgesteld. De twee
inkepingen bevinden zich altijd aan
de binnenzijde.
Fig. 63
As in de bovenste
positie, de twee
inkepingen wijzen
voor 3° camber naar
O
de hoge binnenzijde
van het frame
As in de onderste
positie, de twee
inkepingen wijzen
voor 3° camber naar
de lage binnenzijde
van het frame
Fig. 64
47
2
1
B
D
2 Millennium
A
As in de
bovenste positie,
de twee
inkepingen
wijzen voor 0°
camber naar de
lage binnenzijde
van het frame
C
As in de onderste
positie, de twee
inkepingen
wijzen voor 0°
camber naar de
hoge binnenzijde
van het frame
Uitgave 4