02 Instrumenten, schakelaars en bediening
Verlichtingspaneel
Algemene informatie
02
Duimwiel voor koplamphoogteregeling
Bedieningspaneel verlichting
Duimwiel voor het afstellen van de verlich-
ting van het display en het instrumenten-
paneel
Mistlampen voorzijde*
Tankvulklep openen
Mistachterlicht
*
56
Optie/accessoire, zie Inleiding voor meer informatie.
Stand
Betekenis
Automatisch/uitgeschakeld
dimlicht. Alleen grootlichtsigna-
len.
Stadslichten/parkeerlichten
vóór en achterlichten
Automatisch dimlicht. In deze
stand werken het groot licht en
de grootlichtsignalen.
Koplamphoogteverstelling
Door de belading van de auto wordt de hoogte
van de koplampen gewijzigd, zodat u tege-
moetkomend verkeer mogelijk verblindt. U
kunt dat voorkomen door de koplamphoogte
bij te stellen.
1. Draai de contactsleutel naar stand II.
2. Draai de verlichtingsdraaiknop (2) naar een
van de eindstanden.
3. Draai het duimwiel (1) omhoog of omlaag
om de koplampen hoger of lager af te stel-
len.
Auto's met Bi-Xenon -koplampen* zijn uitge-
rust met automatische koplamphoogterege-
ling, zodat het duimwiel (1) ontbreekt.
Stadslichten/parkeerlichten vóór en
achterlichten
U kunt de stadslichten/parkeerlichten vóór en
de achterlichten altijd inschakelen, ongeacht
de stand van de contactsleutel.
Draai de verlichtingsdraaiknop (2) naar de
middelste stand.
Met de contactsleutel in stand II staan de
stadslichten/parkeerlichten vóór, de achter-
lichten en de kentekenplaatverlichting altijd
aan.
Koplampen
Automatisch dimlicht*
Het dimlicht gaat automatisch aan, wanneer u
de contactsleutel naar stand II draait, behalve
wanneer de verlichtingsdraaiknop (2) in de
middelste stand staat. U kunt het automatische
dimlicht zo nodig in een erkende Volvo-werk-
plaats buiten werking laten stellen.
Automatisch dimlicht, groot licht
1. Draai de contactsleutel naar stand II.
2. U schakelt het dimlicht in door de verlich-
tingsdraaiknop (2) helemaal rechtsom te
draaien.
3. U schakelt het groot licht in door de linker
stuurhendel tot in de eindstand naar het