4. Gespreksopties
4.1. Nummer verz.
Aangeven of uw eigen telefoonnummer wel of
niet op het telefoondisplay van de gebelde per-
soon moet verschijnen. Neem contact op met
de netwerkprovider voor een permanent
geheim nummer.
4.2. Oproep wacht
Aangeven of u wel of geen signaal wilt ontvan-
gen, wanneer er tijdens een lopend gesprek
een tweede gesprek wacht.
4.3. Autom. antw.
Inkomende gesprekken automatisch beant-
woorden.
4.4. Autom. herh.
Automatisch een eerder gekozen nummer bel-
len.
4.5. Nummer voicemail
Het nummer van voicemail opslaan.
4.6. Doorschakel.
Aangeven welke soorten gesprekken er moe-
ten worden doorgeschakeld naar het gespeci-
ficeerde telefoonnummer en wanneer.
4.6.1. Alle gespr. (de instelling geldt alleen tij-
dens het lopende gesprek)
4.6.2. Indien bezet
4.6.3. Niet beantw.
4.6.4. Niet bereikb.
4.6.5. Faxoproepen
4.6.6. Data-gesprek
4.6.7. Alles annul.
5. Telefooninstellingen
5.1. Netwerk
Aangeven of u automatisch of handmatig net-
werken wilt selecteren. De geselecteerde pro-
vider verschijnt tijdens het inschakelen van het
telefoonsysteem op het display.
5.1.1. Auto
5.1.2. Handm. kiezen
5.2. SIM beveil.
Aangeven of de invoer van de pincode actief of
inactief moet zijn of automatisch moet verlo-
pen.
5.2.1. Aan
5.2.2. Uit
5.2.3. Automatisch
5.3. Code bewerk.
De pincode of telefooncode wijzigen. Noteer
de codes en bewaar ze goed.
5.3.1. PIN-code
10 Infotainment
Menusysteem, telefoon*
5.3.2. Telefooncode. De fabrieksinstelling
voor de telefooncode is 1234 geldt
zolang u de code niet hebt gewijzigd.
5.4. Geluiden
5.4.1. Volume. Het volume van het belsignaal
regelen.
5.4.2. Belsignaal. Uit zeven verschillende
belsignalen kiezen.
5.4.3. Radio mute. On/off
5.4.4. Berichttoon
5.5. IDIS
Als u de functie IDIS uitschakelt, worden inko-
mende gesprekken ongeacht de rijsituatie zon-
der vertraging doorgegeven.
5.5. Fabrieksinst.
De fabrieksinstellingen van het systeem her-
stellen.
*
Optie/accessoire, zie Inleiding voor meer informatie.
10
255