06 Starten en rijden
Slepen en bergen
Starten met hulpaccu
Gebruik een hulpaccu als de startaccu dusda-
nig ontladen is dat de motor niet kan worden
gestart. Probeer de motor niet aan te slepen
(zie pagina 165).
BELANGRIJK
De katalysator kan beschadigd raken als u
de auto probeert aan te slepen.
Slepen
Controleer voordat u de auto gaat slepen wat
de toegestane maximumsnelheid is voor sle-
pen.
1. Draai de contactsleutel naar stand II en hef
het stuurslot op zodat de auto bestuurbaar
is (zie pagina 143).
06
2. Laat de sleutel tijdens het slepen in stand
II staan.
3. Zorg om schokken te voorkomen dat de
sleepkabel altijd strak staat door met uw
voet lichte druk op het rempedaal uit te
oefenen.
162
WAARSCHUWING
Het stuurslot blijft in de stand staan die het
had toen de spanning werd verbroken. Het
stuurslot moet worden opgeheven, voordat
u de auto sleept.
De contactsleutel moet in stand II staan.
Neem de contactsleutel nooit tijdens het rij-
den uit het contactslot, ook niet als de auto
gesleept wordt.
N.B.
Als de accu van de auto uitgeput is, moet u
voordat u de auto kunt wegslepen het stuur-
slot opheffen.
WAARSCHUWING
De rembekrachtiging en de stuurbekrachti-
ging werken niet wanneer de motor uitge-
schakeld is. U moet ongeveer vijfmaal zo
hard op het rempedaal trappen en de auto
stuurt aanzienlijk zwaarder dan normaal.
Handgeschakelde versnellingsbak
Zet de versnellingspook in de neutrale
stand en los de handrem.
Automatische versnellingsbak
Zet de keuzehendel in stand N en los de
handrem.
BELANGRIJK
Let erop dat u de auto altijd dusdanig weg-
sleept dat de wielen in de rijrichting draaien.
•
De snelheidslimiet voor het wegslepen
van een auto met automatische versnel-
lingsbak is 80 km/h. U mag de auto over
een afstand van maximaal 80 km ver-
slepen.
2.0D
De 2.0D met automaatbak dient niet gesleept
te worden. Aangezien de circulatiepomp de
versnellingsbakolie niet op de juiste tempera-
tuur kan houden als de motor niet loopt, is de
kans op schade aan de versnellingsbak zeer
groot.
Een auto die op een gevaarlijke plek in het ver-
keer staat, mag echter over een korte afstand
(tot 30 km) en op lage snelheid (tot 30 km/h)
worden versleept.
BELANGRIJK
Bij vorst wordt slepen ten stelligste afgera-
den.