Meetwaterbord EASYPRO SMART
13.3 Doorstroombewaking instellen (te weinig
meetwater)
Als de stromingsbewaking niet naar behoren schakelt, kan deze opnieuw
worden afgesteld.
Laat voldoende meetwater doorstromen.
n
Draai de kabelwartel los tot het contact met de kabel kan worden be-
n
wogen.
Schuif het contact er zo ver in tot de regelaar aangeeft dat er te weinig
n
meetwater is.
Trek het contact er circa 1 cm uit. De melding verdwijnt.
n
Draai de kabelwartel weer vast.
n
Voer een functiecontrole uit door de meetwatertoevoer te blokkeren.
n
13.4 Onderhoud van de slangenpomp
Slangenpompen zijn onderhoudsarme pompen. Alleen pompslangen die
chemisch en mechanisch veel worden belast, zijn aan slijtage onderhe-
vig. Het regelmatig vervangen van de pompslangen beschermt tegen be-
drijfsonderbrekingen.
Als de slang is gebroken en de rotor chemisch is aangetast, kan ook deze
worden vervangen.
Als de pomp helemaal uit elkaar wordt gehaald, moeten de schroeven
met het volgende aanhaalmoment worden aangedraaid:
Schroeven op behuizing:
Bevestiging van pompkop:
Levensgevaar door stroomschokken!
Bij alle werkzaamheden aan de pomp moet de voeding worden onder-
broken.
ð
Maak de installatie spanningsvrij.
ð
Beveilig het bord tegen opnieuw inschakelen.
Controleer met een meter of de installatie niet onder spanning staat.
ð
ð
Aard de installatie en sluit deze aansluitend kort.
ð
Dek naastgelegen, onder spanning staande delen af.
Verhoogd gevaar voor ongevallen door spuitende chemi-
caliën!
Vóór het openen van de slangaansluitingen moet de druk worden afge-
laten, zodat er geen chemicaliën uit kunnen spuiten.
ð
De persoonlijke beschermingsmiddelen overeenkomstig de gel-
dende ongevallenpreventievoorschriften moeten worden gedra-
gen.
ð
Voorkom dat onbevoegde personen toegang tot de installatie heb-
ben.
Onderhoud
50
20 Ncm
15 Ncm
GEVAAR
VOORZICHTIG
13.5 slang vervangen
i
De levensduur van de slang is bij continu bedrijf circa 1000
uur. Dit is afhankelijk van de belasting, die wordt gekenmerkt
door medium, temperatuur, zuighoogte, druk en frequentie van
inschakelen. Omdat de pomp in de meeste toepassingen niet
continu in bedrijf is, is het vaak voldoende om de slang één
keer per jaar te vervangen.
Een versleten slang is minder elastisch. Het gevolg is een lagere capaci-
teit. Een slang breekt pas als deze al ver is versleten.
Voor het vervangen van de slang is geen gereedschap nodig. De reserve-
slang is in de fabriek al op de slanghouder gemonteerd.
1. Laat de druk ontsnappen.
2. Laat de chemicaliën uit de pomp lopen en spoel met ongevaarlijk me-
dium (vaak is water hier geschikt voor).
3. Ontkoppel de netspanning en beveilig tegen opnieuw inschakelen.
4. Ontkoppel de slangaansluitingen naar de processlang.
5. Demonteer het deksel van de pompkop. Mocht dat niet lukken, dan
helpt het vaak om een muntje in de openingen aan de zijkant van de
pompkop te steken. Er moet op worden gelet dat de kogellager niet
valt.
6. Zet de veer bij de rotor rechtop.
7. Draai de rotor met behulp van de veer rechtsom en trek tegelijkertijd
de slanghouder met de pompslang er naar voren uit.
Afb. 48: pompdeksel demonteren
Afb. 49: slang vervangen
BA-42830-05-V05
Bedieningsvoorschrift
© Lutz-Jesco GmbH 2023