Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Temperatuursensor; Principes; Elektrisch Installeren - Lutz-Jesco EASYPRO SMART Bedieningsvoorschrift

Meetwaterbord
Inhoudsopgave

Advertenties

Meetwaterbord EASYPRO SMART
i
De connector moet altijd droog worden gehouden. Anders kan
de meetwaarde veel afwijken.
8.4.1.2 Afstellen
De meetelektroden moeten vóór het afstellen circa 1 uur met badwater
worden gebruikt. Daarvoor moeten de kogelkranen bij de ingang en uit-
gang van het meetwaterbord worden dichtgedraaid.
Daarbij wordt de kabel niet van de meetelektroden losge-
i
maakt. Door de connector kan tussen de meetelektroden en
de kabel een draaiende beweging worden gemaakt.
8.4.2 Chloormeetcel
De chloormeetcel bevindt zich direct bij de wateringang rechtsonder op
het meetwaterbord. De meetcel is in de fabriek gemonteerd en aangeslo-
ten. In de chloormeetcel zorgen kogels die door het stromende water
worden bewogen ervoor dat de elektroden voortdurend worden gerei-
nigd.
8.4.2.1 Afstellen
Vóór het kalibreren van de chloormeetcel moet het meetwater minstens 1
uur hebben gestroomd. Voor de kalibratie is een fotometer of meetinstru-
ment volgens de DPD-methode nodig.
De chloormeetcel kan pas worden gekalibreerd als er al desinfectiemid-
del in de zwembadcircuit is gedoseerd. Voer de desinfectie daarom zo
lang in handbediening uit tot er een uitslag van de chloormeting ver-
schijnt. Stop dan met handmatig doseren en kalibreer de chloormeetcel.
De kalibratie is in deze handleiding (zie hoofdstuk 11.7.3 „Chloorover-
schot-meetcel CS120" op pagina 43) uitvoerig beschreven. De kogel-
kraan bij de ingang van het meetwaterbord wordt voor de nulpuntskali-
bratie dichtgedraaid. Verstel de klep niet om het debiet aan te passen.
Voor de vergelijkende DPD-meting wordt er direct bij het meetwaterbord
een watermonster genomen. Spoel de kogelkraan vóór het nemen van
het monster goed met meetwater.
De kalibratie van de chloormeetcel moet na uiterlijk 24 uur worden her-
haald. In deze tijd hebben de meetelektroden zich aan de bedrijfsomstan-
digheden aangepast.
De werking van het chloor is sterk afhankelijk van de
i
pH-waarde. Daarom mag de chloormeetcel pas worden geka-
libreerd als de pH-Waarde stabiel is en gelijk is aan de ge-
wenste waarde.

8.4.3 Temperatuursensor

De temperatuursensor is in de fabriek gemonteerd en aangesloten.

8.5 Principes

Zorg ervoor dat de installatieplaats aan de volgende voorwaarden vol-
doet:
Het display moet goed bereikbaar en zichtbaar zijn.
n
© Lutz-Jesco GmbH 2023
Technische wijzigingen voorbehouden.
230810
Houd onder het apparaat minstens 20 cm ruimte vrij om kabels te leg-
n
gen. U moet de kabels zonder knikken en beschadigingen kunnen
leggen.
Verschillende kabels (bijvoorbeeld voedingskabels, gegevenskabels
n
en gevoelige kabels voor meetdoeleinden) moet altijd afzonderlijk
worden gelegd. De verschillende kabels mogen elkaar daarbij alleen
in een hoek van 90° kruisen om verkeerde metingen te voorkomen.
Elektrische, magnetische en elektromagnetische velden beïnvloeden
n
de signaaloverdracht en kunnen elektrische apparaten verstoren.
De toegestane omgevingstemperaturen moeten worden aangehou-
n
den (zie hoofdstuk 6 „Technische gegevens" op pagina 14).

8.6 Elektrisch installeren

De voeding van het apparaat is via een normale stekker (CEE 7/4) of via
een schakelkast mogelijk. Voer bij apparaten zonder voorgemonteerde
stekker (CEE 7/4) de stappen in dit hoofdstuk uit.
Handelingsacties:
ü
Het apparaat is overeenkomstig hoofdstuk 8.2 „Wandmontage" op
pagina 17 gemonteerd.
ü
Er staat een voeding met 100 − 240 V AC (50/60 Hz) ter beschikking.
ü
De voeding is vóór het begin gedeactiveerd en is beveiligd tegen op-
nieuw inschakelen.
ü
De behuizing is geopend.
Benodigde bedrijfsmiddelen:
Stekker CEE 7/4
@
Adereindhulzen 0,75 – 2,5 mm²
@
Levensgevaar door stroomschokken!
Onjuiste installatie of beschadigde onderdelen van de elektrische in-
stallatie kunnen tot verwondingen leiden.
ð
Zorg ervoor dat werkzaamheden aan de elektrische installatie alle-
en door een elektromonteur worden uitgevoerd.
ð
Zorg ervoor dat werkzaamheden aan de elektrische installatie alle-
en worden uitgevoerd als de installatie niet onder spanning staat.
ð
Zorg ervoor dat de voeding met een aardlekschakelaar is beveiligd.
Vervang beschadigde kabels of onderdelen onmiddellijk.
ð
Voer de volgende stappen uit:
1. Breng de adereindhulzen op de uiteinden van de kabels aan als de
voedingskabel nog niet van adereindhulzen is voorzien.
2. Open de behuizing van het apparaat.
3. Haal de voedingskabel door een kabelwartel aan de onderkant van
het apparaat.
4. Draai zo lang aan de wartelmoer van de kabelwartel tot de leiding
goed in de wartel zit en de wartel als trekontlasting kan dienen. Let
erop dat de voedingskabel niet te strak is getrokken.
BA-42830-05-V05
Bedieningsvoorschrift
GEVAAR
Installatie
19

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave