Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Afstelling Van De Geleidbaarheid In Het Setpoint/Arbeidspunt; Gewenste Waarden En Reeksen Gewenste Waarden - Lutz-Jesco EASYPRO SMART Bedieningsvoorschrift

Meetwaterbord
Inhoudsopgave

Advertenties

Meetwaterbord EASYPRO SMART
11.7.4.1 1-puntsafstelling van de geleidbaarheid
Gebruik bij het afstellen alleen KCI-bufferoplossingen (kaliumchloride)
voor de verschillende meetbereiken volgens de volgende opstelling:
Meetbereik
0 – 20 mS/cm
0 – 100 mS/cm
Tab. 41: 1-puntsafstelling van de geleidbaarheid
Benodigde bedrijfsmiddelen:
ü
Een bufferoplossing die overeenkomt met het meetbereik is aanwe-
zig en heeft de vermelde temperatuur
Er ligt een schone doek klaar.
@
Voer de volgende stappen uit:
1. Ga in Menu 1 via 'Afstelling' naar het tabblad 'Sensoren'.
2. Selecteer bij 'Sensor' de sensor die de geleidbaarheid meet en die u
wilt afstellen.
3. Druk op de toets '1-punts'.
4
Er wordt begonnen met de 1-puntsafstelling.
4. Draai het meetwater af.
5. Schroef de geleidbaarheidscel uit de betreffende meetcelbehuizing.
6. Droog de elektrode met de doek af om de bufferoplossing niet te ver-
dunnen.
7. Houd de geleidbaarheidsmeetcel in de bufferoplossing en zwenk
deze kort.
8. Voer de waarde in die op de bufferoplossing staat. U krijgt nu de ac-
tueel gemeten stroomwaarde en ingegeven waarde te zien.
9. Wacht tot de waarde stabiel is.
10. Bevestig de invoer door op het groene vinkje te drukken.
1-puntsafstelling van de geleidbaarheidsmeetcel is afgesloten.
ü
11.7.4.2 Afstelling van de geleidbaarheid in het setpoint/arbeids-
punt
Als u de geleidbaarheid regelt met uw TOPAX
heid ook via een referentiemeting dicht bij het setpoint/arbeidspunt
(±10 %) afstellen.
Handelingsacties:
Het meetwater heeft een zoutgehalte in de buurt van het setpoint/
@
arbeidspunt, het meetbord is actief.
Er ligt een handmeter klaar.
@
Voer de volgende stappen uit:
1. Ga in Menu 1 via 'Afstelling' naar het tabblad 'Sensoren'.
2. Selecteer bij 'Sensor' de sensor die de geleidbaarheid meet en die u
wilt afstellen.
3. Druk op de toets '1-punts'.
4
Het afstellen begint.
4. Haal meetwater uit het meetpunt.
5. Bepaal de geleidbaarheid met de handmeter.
6. Voer de waarde in die u met de meter hebt bepaald.
Bedrijfsvoering
44
Bufferoplossing
12,88 mS/cm
80 mS/cm
MC, kunt u de geleidbaar-
®
BA-42830-05-V05
7. Bevestig de invoer door op het groene vinkje te drukken.
Afstelling van de geleidbaarheid in het setpoint afgesloten.
ü
11.7.5 Temperatuur
U kunt op elke ingangsmodule een temperatuursensor aansluiten. U kunt
de temperatuursensor afstellen door een referentiewaarde in te stellen.
Als u een referentiewaarde instelt, zal het apparaat de meting van de
temperatuursensor automatisch met het verschil corrigeren.
11.7.5.1 Afstelling van een temperatuursensor
Handelingsacties:
ü
Er ligt een thermometer klaar.
ü
U heeft de meting van de temperatuur geactiveerd (zie hoofdstuk
10.1.2 „Temperatuuringang" op pagina 33).
Voer de volgende stappen uit:
1. Ga in het Menu 1 via 'Afstellen' naar het tabblad 'Temperatuur'.
2. Selecteer bij 'Ingang' de ingangsmodule waarvoor u een referentie-
waarde wilt instellen.
3. Gebruik de meegeleverde thermometer om de referentietemperatuur
te meten.
4. Druk op de toets 'Referentiewaarde'.
5. Voer de gemeten referentietemperatuur in.
6. Bevestig dit door op het groene vinkje te drukken.
Afstelling van een temperatuursensor voltooid.
ü

11.8 Gewenste waarden en reeksen gewenste waarden

Het setpoint 'W' van een regeling is de gewenste waarde, terwijl de wer-
kelijke waarde 'X' de continu gemeten waarde van een sensor is. U kunt
verschillende gewenste waarden instellen waarmee het apparaat moet
worden aangestuurd. U kunt kiezen uit vier verschillende reeksen van ge-
wenste waarden, waar de regelaar automatisch tussen kan schakelen.
Met de reeksen van gewenste waarden kunt u kiezen om het product op
verschillende tijden of bij verschillende bedrijfsomstandigheden anders
aan te sturen.
Hieronder worden de mogelijkheden voor het regelen met gewenste
waarden en de bijbehorende configuratie beschreven.
11.8.1 Gewenste waarden instellen
U kunt de gewenste waarden bij de menuopdracht 'Gewenste waarden'
configureren en opslaan.
Voer de volgende stappen uit:
1. Ga in Menu 1 via 'Setpoints' naar het tabblad 'Actief'.
2. Actief: in het tabblad 'Actief' kunt u de reeks van gewenste waarden
zien die op dat moment actief is.
4
De afzonderlijke gewenste waarden worden weergegeven. Als u een
van de waarden wilt wijzigen, wordt deze waarde als nieuwe ge-
wenste waarde geactiveerd.
3. Opslaan: u kunt de actieve gewenste waarden als reeks van ge-
wenste waarden opslaan. Druk daarvoor op een reeks van gewenste
waarden en druk daarna op 'Opslaan'.
Bedieningsvoorschrift
© Lutz-Jesco GmbH 2023

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave