Meetwaterbord EASYPRO SMART
4. Weergave 1 – 5: er kunnen afhankelijk van hoe groot het venster is
tot vijf weergaven worden geconfigureerd. U kunt kiezen uit: de
meetwaarden, de virtuele waarden, de stelwaarden, de setpoints, de
stoorgrootten, de digitale ingangen, de externe leduitgangen en de
mediumdosering.
De configuratie van het tweede overzicht is afgesloten.
ü
10.3.2 Kleuren van alarmmeldingen
U kunt de kleuren van de verschillende meldingen wijzigen.
Voer de volgende stappen uit:
1. Ga in Menu 2 via 'Instellingen' naar het tabblad 'Alarmkleur'.
2. Zoek onder 'Alarmen' de melding waarvoor u de alarmkleur wilt wij-
zigen.
3. Druk op de regel van het alarm en daarna op 'Wijzigen'.
4. Selecteer de gewenste kleur.
5. Bevestig uw keuze met 'OK'.
De alarmkleur is gewijzigd.
ü
10.4 Configuratie opslaan
U kunt uw individuele configuratie opslaan en later weer laden om pro-
blemen snel op te lossen.
Advies: wijzig het standaardconfiguratiebestand niet en sla
i
uw eigen configuratie in een nieuw bestand op. Bij problemen
met de configuratie kunt u zo snel terugkeren naar een confi-
guratie die wel goed werkt.
Voer de volgende stappen uit:
1. Ga in Menu 2 via 'Instellingen' naar het tabblad 'Configuratie'.
2. Druk op 'Opslaan' en voer een bestaande bestandsnaam in om een
bestand te overschrijven of voer een nieuwe bestandsnaam in om
een nieuw configuratiebestand aan te maken.
3. Druk op het groene vinkje om de invoer op te slaan.
4. Druk op 'Opslaan'.
De configuratie is opgeslagen.
ü
© Lutz-Jesco GmbH 2023
Technische wijzigingen voorbehouden.
230810
BA-42830-05-V05
Bedieningsvoorschrift
Configuratie
39