Meetwaterbord EASYPRO SMART
11.7.2 Redox-waarde
De Redox-waarde wordt gemeten met de Redox-combinatie-elektrode.
De Redox-meetelektrode meet de spanning die in het water aanwezig is
door oxiderende en reducerende ionen. Tijdens de inbedrijfstelling moet u
de redox-combi-elektrode instellen.
11.7.2.1 1-Puntsafstelling van de redox-waarde
Handelingsacties:
ü
Er ligt een bufferoplossing klaar om te worden afgesteld.
Voer de volgende stappen uit:
1. Ga in het hoofdmenu via 'Afstellen' naar het tabblad 'Sensoren'.
2. Selecteer bij 'Sensor' de sensor die pH-waarde meet en die u wilt af-
stellen.
3. Druk op de toets '1-punts'.
4
Er wordt begonnen met de 1-puntsafstelling.
4. Draai het meetwater van het sensorblok af.
5. Schroef de redoxelektrode uit het sensorblok.
6. Spoel de redox-meetelektrode met water af en dep deze droog. Slij-
tage kan elektrische ladingen genereren.
7. Houd de redox-meetelektrode in de bufferoplossing en zwenk deze
kort.
8. Voer de spanningswaarde in mV in die op de bufferoplossing staat.
De ingevoerde spanningswaarde en de actuele gemeten waarde
worden in mV weergegeven. Als deze twee waarden te ver van elkaar
afwijken, wordt de ideale waarde in rood weergegeven. Een te hoge
afwijking kan er een indicatie van zijn dat de redox-meetelektrode
moet worden vervangen.
9. Wacht tot de waarde stabiel is.
10. Bevestig de invoer door op het groene vinkje te drukken.
1-Puntsafstelling van de redox-waarde afgesloten.
ü
i
Bij oudere sensoren kan de reactietijd langer zijn of kan de ge-
meten waarde ver afwijken van de waarde van de bufferoplos-
sing. Dat is een teken dat de redox-meetelektrode moet wor-
den gecontroleerd en eventueel moet worden vervangen.
11.7.3 Chlooroverschot-meetcel CS120
Incorrecte afstelling
Als u de afstelling niet in de hier aangegeven volgorde uitvoert, kan
deze foutief zijn en dus tot meetfouten leiden.
ð
Het is van het grootste belang de volgorde van de actiestappen in
acht te nemen.
11.7.3.1 2-puntsafstelling van de chlooroverschot-meetcel CS120
(2-elektrode meetcel)
Handelingsacties:
ü
Er ligt een meetinstrument klaar om de DPD-waarde te bepalen.
© Lutz-Jesco GmbH 2023
Technische wijzigingen voorbehouden.
230810
AANWIJZING
BA-42830-05-V05
ü
Voor de meetcel wordt meetwater gebruikt.
Voer de volgende stappen uit:
1. Ga in Menu 1 via 'Afstelling' naar het tabblad 'Sensoren'.
2. Selecteer bij 'Sensor' de sensor die u wilt afstellen.
3. Druk op de toets '2-punts'.
4
Er wordt begonnen met de 2-puntsafstelling.
4. U wordt gevraagd om de eerste referentiewaarde in te stellen. Dit is
het nulpunt. Indien het nulpunt per ongeluk werd verzet, moet het op-
nieuw worden ingesteld. Hiervoor moet de meetcel worden voorzien
van chloorvrij water. Als alternatief kan het meetwater worden uitge-
schakeld totdat de potentiaal in de meetcel in evenwicht is. Deze
waarde kan worden gebruikt als nulpunt.
5. Bevestig de invoer door op het groene vinkje te drukken.
6. Sluit de meetcel weer aan of zet het meetwater weer aan. Wacht tot
de µA-waarde weer is toegenomen.
7. Haal meetwater uit de directe omgeving van de meetcel en bevestig
dit door op 'OK' te drukken. Daardoor wordt het actuele signaal voor
het tijdstip waarop het meetwater is afgetapt opgeslagen om sig-
naalschommelingen tijdens het bepalen van de DPD-waarde als
meetfout uit te sluiten.
8. Bepaal de concentratie in het meetwater met de DPD-methode.
9. Voer de vooraf bepaalde DPD-waarde in.
10. Bevestig de invoer door op het groene vinkje te drukken.
2-puntsafstelling van de CS120 is afgesloten.
ü
11.7.4 geleidbaarheid conductief
Bij het opnieuw instellen van de geleidbaarheidsmeting wordt de steil-
heid van de conductieve meetelektrode bepaald in combinatie met de in-
gangsversterker van de TOPAX
MC. Hierbij wordt de met de conductieve
®
geleidbaarheidscel gemeten waarde (mA) van de geleidbaarheid (mS/cm
of µS/cm) toegewezen en deze wordt dan in het hoofdmenu weergege-
ven. Dit gaat via twee punten, waarbij het eerste punt 0 mA overeenkomt
met 0 mS/cm elektrisch vastgelegd is, hiervoor is geen handeling nodig.
Normale praktijk is een 1-puntafstelling, maar ook een afstelling van het
setpoint is denkbaar.
i
De eenheid is als regel mS/cm of µS/cm. Door plaatsgebrek
wordt in de TOPAX
MC deels slechts mS of µS weergege-
®
ven; % zoutgehalte is ook een mogelijkheid. Afhankelijk van
de samenstelling van het meetwater, bijv. NaCl en KCl, kan het
weergegeven % zoutgehalte afwijken (de relatie is ook niet li-
neair). De weergave van het % zoutgehalte is bedoeld voor
zwembaden met in-line elektrolyse. Grofweg kan worden aan-
genomen dat 20 mS/cm overeenkomt met ongeveer ~1%
zoutgehalte NaCl.
i
Metingen in het middelste en bovenste meetbereik hebben bij
een juiste afstelling een afwijking van ±1 % op de meetberei-
keindwaarde. Metingen tegen het nulpunt hebben vanwege
het elektronisch ontwerp een grotere tolerantie. Vandaar dat
de geleidbaarheidsmeting wel geschikt is voor leidingwater,
maar niet voor toepassingen met gedemineraliseerd water
(bijv. omkeerosmose-installaties).
Bedieningsvoorschrift
Bedrijfsvoering
43