DE BORDUUREENHEID AANSLUITEN
1. Schuif de accessoiredoos van de machine.
2. Op de achterkant van de machine zit een aansluiting (A).
Schuif de borduureenheid op de vrije arm van de machine
totdat de eenheid goed in de aansluiting zit. Gebruik als
dat nodig is de afstelpootjes, zodat de machine en de
borduureenheid even hoog staan. Zet de machine aan als
die uit stond.
3. Een pop-up bericht vraagt u de borduurarm vrij te maken
en de borduurring te verwijderen voor het bepalen van de
plaatsing. Druk op OK of annuleer, afhankelijk van of u
wilt kalibreren of niet. De machine wordt gekalibreerd en
de borduurarm gaat naar de parkeerpositie.
Let op: Let erop dat u de machine NIET kalibreert als de borduurring
bevestigd is. De naald, naaivoet, borduurring en/of de borduureenheid
kunnen daardoor beschadigen. Verwijder alle materialen rond de machine
voordat het kalibreren start, zodat de borduurarm nergens tegenaan stoot
tijdens het kalibreren.
DE BORDUUREENHEID VERWIJDEREN
1. Als u de borduureenheid op wilt bergen, brengt u de
borduurarm naar de parkeerpositie door 'parkeerpositie' te
selecteren op het scherm in Borduren.
2. Druk op de knop links, onder de borduureenheid (B) en
schuif de eenheid naar links van de machine af.
Let op: Als u wilt naaien, verwijdert u de borduureenheid.
BEVESTIG BORDUURVOET R
Gebruik bij het borduren borduurvoet R. Op pagina 2:10
vindt u instructies voor het verwisselen van de naaivoet.
Let op: U kunt ook de optionele Sensor Q-voet gebruiken bij het
borduren (onderdeelnummer 413192045). Activeer de functie
"Sensorvoet Q" in het SET Menu, Borduurinstellingen, zie pagina
3:11.
A
B
I
6:3
NSTELLEN VOOR BORDUREN