D
E
DE BOVENDRAAD INRIJGEN
Zorg ervoor dat de naaivoet en de naald zich in de hoogste
stand bevinden.
1. Plaats het garen op de garenpen en de garenschijf op de
garenpen zoals beschreven op pagina 2:4.
2. Garenpen in horizontale positie:
Breng de draad over en achter de
voorspanningsdraadgeleider (A) en onder de draadgeleider
(B) door.
arenpen in verticale positie:
G
In plaats van de draad in de voorspanningsgeleider (A) te
brengen, brengt u de draad direct onder de draadgeleider
(B).
A
C
B
3. Leid de draad tussen de draadspanningsschijven (C) naar
beneden.
4. Ga verder met het inrijgen in de door de pijlen aangegeven
richting. Leid de draad vanaf de rechterkant in de gleuf op
de draadhevel (D).
5. Breng de draad omlaag en achter de laatste geleider net
boven de naald (E).
I
2:5
NSTELLEN