Inhoudsopgave
Advertenties
1
Montage
Op dezelfde aansluitafmetingen letten (cat.:
2
trekker/rotorkopeg).
Trekstangen van de trekker even hoog zetten en
na montage weinig zijspeling toestaan;
voor transport zijdelings vast.
Ter reducering van de wrijvingskrachten in de
vanghaak van de trekstang en ter vermijding van
schade aan de koppelingsdelen van de trekstang
wordt een losse kogelhuls (5.1/1) met
klemvangprofi el (5.1/2) geadviseerd. De kogel kan
hierbij worden gedraaid op de ingevette astap van
5.1
de onderste koppelstang.
2
Topstang zodanig aanbrengen dat hij in de
werkstand ten opzichte van de machine maar
weinig omhooggaat of. zo parallel mogelijk aan de
trekstangen staat (3/1). (Daardoor bij benadering
1
parallelle machinegeleiding en zodoende rustige
loop van de koppelingsas bij het omhoogbrengen
tot net boven het bodemoppervlak.)
Bij de topstang rotorkopeg horizontaal zetten (3/2).
De koppelvoorziening (driepuntsframe) op de
voorgeschreven wijze borgen (bouten van topstang
ook tegen verdraaien – 4/3).
Om de koppelingsas aan te passen of om de
rotorkopeg korter te monteren (uitsluitend bij
3
uithefproblemen met de rijenzaaimachine) kunnen
de asaansluitstukken worden verzet (4/1) – bouten
weer vast aanhalen (650 Nm).
De rotorkopeg zo ver mogelijk terugliggend
monteren; de hoek van de koppelingsas wordt dan
beter, de levensduur daardoor verlengd.
3
3
1
1 1
2
2
4
15
05.2008
Technische wijzigingen voorbehouden
Advertenties
Inhoudsopgave
