Installatie
Afb. 9:
Aansluiting van het tapeind en een doorvoergat
1. Gebruik voor de aansluiting van de turbopomp alleen de goedgekeurde montagesets van Pfeiffer
2. Indien deze wordt gebruikt: Plaats het veiligheidsscherm of splinterscherm met klemmen naar be-
3. Plaats de afdichting precies in de holte.
4. Verbind de flens volgens de afbeelding met de componenten van de montagekit.
5. Draai de schroefkoppelingen helemaal vast.
6. Controleer vervolgens het aanhaalmoment, omdat verplaatsing van het afdichtmateriaal het nodig
5.3 Voorvacuümzijde aansluiten
Levensgevaar door vergiftiging wanneer er toxische procesmedia uit beschadigde aansluitin-
gen lekken.
Een plotselinge verdraaiing van de turbopomp in het geval van een storing leidt tot het accelereren
van fittingen. Er bestaat een kans op beschadiging van aansluitingen ter plaatse (bijv., voorvacuüm-
leiding), wat tot lekkages leidt. Dit resulteert in het lekken van procesmedia. Bij processen met toxi-
sche media, bestaat er gevaar voor letsel en levensgevaar door vergiftiging.
► Houd massa's die verbonden zijn met de turbopomp zo laag mogelijk.
► Gebruik indien nodig flexibele leidingen om op de turbopomp aan te sluiten.
Afb. 10:
1 Voorvacuümaansluiting turbopomp
2 Centreerring
3 Klemring
28/60
Flensaansluiting CF-F, tapeind en doorvoergat
Vacuum.
neden in de hoogvacuümflens van de turbopomp.
– Aanhaalmoment: 22 ± 2 Nm
kan maken om de schroeven opnieuw vast te draaien.
WAARSCHUWING
Geschikte voorpomp
Gebruik de turbopomp alleen in combinatie met een geschikte voorpomp, die de vereiste
maximale voorvacuümdruk kan leveren. Om de voorvacuümdruk te bereiken, dient u een
geschikte vacuümpomp of een pompstation uit het assortiment van Pfeiffer Vacuum te ge-
bruiken.
In dit geval wordt de voorpomp ook rechtstreeks geregeld via de interfaces van de elektro-
nische aandrijfeenheid van de turbopomp (bijv., relaiskast of verbindingskabel).
1
Voorbeeld van een voorvacuümaansluiting op de HiPace 30
3
2
4
4
Vacuümcomponenten DN 16 ISO-KF
5
Voorpomp (bijv. membraanpomp)
5