Systeem instellen
Uitgaande lijn toewijzen
Voorwaarde: u heeft tenminste één VoIP-lijn op uw toestel geconfigureerd.
Ï
v
¤
¤
¤
q Telefonie
OK
Er wordt een lijst met handsets weergegeven.
q
¤
Handset selecteren waaraan u een nieuwe uitgaande lijn wilt toewijzen.
r
¤
Een lijn als uitgaande lijn selecteren. Alle geconfigureerde verbindingen (lijnen) met de
door u ingevoerde naam worden weergegeven.
Als er meer dan één lijn is geconfigureerd, wordt bovendien Kies bij elke opr. aangeboden. Hier-
bij kunt u bij elk gesprek de verbinding selecteren waarmee het gesprek tot stand moet worden
gebracht.
De Gigaset.net-verbinding staat niet in de lijst met uitgaande lijnen. Gigaset.net-nummers (suf-
fix #9) worden automatisch via Gigaset.net gekozen.
Let op
Als de uitgaande lijn van een handset is gewist of uitgeschakeld is, dan wordt de vaste tele-
foonverbinding als uitgaande lijn gebruikt.
Inkomende lijnen toewijzen
Voorwaarde: er zijn meerdere lijnen voor uw telefoon geconfigureerd.
Ï
v
¤
¤
¤
q Telefonie
OK
De interne deelnemers (handsets) worden weergegeven.
q
¤
Interne deelnemer selecteren waarvan u de toewijzing van de inkomende lijnen wilt wij-
¤
zigen.
OK
Alle geconfigureerde lijnen en de Gigaset.net-lijn worden weergegeven.
r
¤
Ja selecteren als de bijbehorende lijn geconfigureerd moet worden als inkomende lijn
van de interne deelnemer. Nee selecteren als de verbinding geen inkomende lijn moet zijn.
s
¤
?
Overschakelen naar de volgende lijn.
¤
Herhaal deze stappen voor elke lijn.
Opmerkingen
u
Als er een nieuwe lijn wordt geconfigureerd, wordt deze aan alle interne deelnemers en
het Antwoordapparaat 1 als inkomende lijn toegewezen.
u
Als deze lijn aan geen enkele interne deelnemer is toegewezen als inkomende lijn dan
worden oproepen voor deze verbinding niet gesignaleerd.
60
¤
¤
q Uitgaandelijn(en)
OK
¤
¤
q Inkomende lijn(en)
¤
Opslaan
¤
OK
Opslaan
¤
OK
¤
OK