In de lijst Ongeldige certificaten vindt u de certificaten die de controle bij het tot stand brengen
van de verbinding niet positief hebben doorlopen, en certificaten uit de lijsten Servercertifica-
ten / CA-certificaten, die hun geldigheid hebben verloren, bijvoorbeeld omdat de geldigheids-
datum verlopen is.
U kunt certificaten verwijderen en nieuwe certificaten op het basisstation laden alsmede ongel-
dige certificaten accepteren of weigeren.
Als de verbinding met een gegevensserver op internet niet tot stand wordt gebracht omdat het
toestel het certificaat van de server niet accepteert (bijvoorbeeldbij het downloaden van uw e-
mailberichten van een POP3-server), wordt u gevraagd de webpagina Beveiliging te openen.
Het certificaat dat bij het tot stand komen van de verbinding wordt gebruikt, vindt u in de lijst
Ongeldige certificaten. U kunt informatie over het certificaat laten weergeven door het te mar-
keren en op de knop [Details] te klikken. Er wordt onder andere weergegeven van wie het cer-
tificaat afkomstig is (certificeringsinstituut) en voor wie het certificaat is aangemaakt, inclusief
de geldigheidsduur.
Op basis van deze informatie kunt u besluiten of u het certificaat accepteert of weigert.
Als u het certificaat accepteert, wordt het afhankelijk van het type in een van de lijsten Server-
certificaten / CA-certificaten verplaatst (ook als het reeds verlopen is). Als er zich nog een server
met dit certificaat meldt, wordt deze verbinding direct geaccepteerd.
Als u het certificaat weigert, wordt het met de toevoeging (geweigerd) in de lijst Servercertifi-
caten overgenomen. Als er zich nog een server met dit certificaat meldt, wordt deze verbinding
direct geweigerd.
Verbindingen van het basisstation beheren; Lijnen inschakelen/
uitschakelen
De verbindingen van uw basisstation beheert u via de webpagina:
¤
Instellingen
Telefonie
Op deze webpagina wordt een lijst met alle mogelijke verbindingen en hun status weergegeven
(bijvoorbeeld verbonden, aangemeld) weergegeven:
u
Verbinding via vaste net
De verbinding via het vaste telefoonnetwerk hoeft u niet te configureren. U kunt op uw vaste
lijnen bellen en opgebeld worden zodra uw toestel op het vaste net is aangesloten.
U kunt de naam van de vaste telefoonverbinding en de instelling voor de Flash-tijd wijzigen
door op de bijbehorende knop [Bewerken] te klikken.
De ingevoerde naam wordt bijvoorbeeldbij oproepen voor uw vaste telefoonlijn weergege-
ven op de displays van de aangemelde handsets en in de oproeplijst.
Bij levering is de flashtijd van de telefoon ingesteld voor gebruik aan de hoofdaansluiting. U
moet deze instelling eventueel wijzigen als u de telefoon op een telefooncentrale aansluit
(zie de gebruiksaanwijzing van uw telefooncentrale). De flashtijd geeft de duur van de lijn-
onderbreking aan waarmee voor de centrale resp. de huiscentrale besturingssignalen wor-
den aangekondigd (voor functies als gesprek doorverbinden, ruggespraak etc.).
u
Gigaset.net
Bij levering is de Gigaset.net-lijn van uw toestel al geconfigureerd. Aan uw toestel is bij leve-
ring een Gigaset.net-nummer toegewezen.
U kunt de Gigaset.net-verbinding in- en uitschakelen. Als de verbinding uitgeschakeld is,
meldt de telefoon zich niet aan bij de Gigaset.net-service. U bent dan niet bereikbaar via de
Gigaset.net-verbinding.
¤
Lijnen
Telefoon instellen met de webconfigurator
127