Verklarende woordenlijst
A
ADSL
Asymmetric Digital Subscriber Line
Speciale vorm van DSL.
ALG
Application Layer Gateway
NAT-besturingsmechanisme van een router.
Veel routers met geïntegreerde NAT gebruiken ALG. ALG laat de datapakketten van een VoIP-
verbinding door en vult ze aan met het openbare IP-adres van het beveiligde netwerk.
De oproepomleiding van de router dient uitgeschakeld te worden als uw VoIP-provider een
STUN-server of een outbound-proxy aanbiedt.
Zie ook: Firewall, NAT, Outbound-proxy, STUN.
Authenticatie
Beperking van de toegang tot een netwerk/dienst door aanmelding met behulp van een ID
en een wachtwoord.
Automatisch terugbellen
Zie terugbellen bij bezet.
B
Breedband-internettoegang
Zie DSL.
C
CF
Call Forwarding
Zie Oproepdoorschakeling.
Client
Toepassing die een dienst aanvraagt van een server.
Codec
Coder/decoder
Codec verwijst naar een procedure waarin analoge spraak voor verzending via het internet
wordt gedigitaliseerd en gecomprimeerd en waarin bij ontvangst van spraakpakketten de
digitale gegevens worden gedecodeerd oftewel worden vertaald naar analoge spraak. Er zijn
verschillende codecs die zich onder andere onderscheiden in de mate van compressie.
Aan beide zijden van de telefoonverbinding (beller-/verzenderszijde en ontvangerszijde)
moet dezelfde codec worden gebruikt. De spraakcodec wordt bepaald bij het tot stand bren-
gen van de verbinding tussen verzender en ontvanger.
De keuze van de codec is een compromis tussen spraakkwaliteit, transmissiesnelheid en
benodigde bandbreedte. Een grotere compressie betekent bijvoorbeeld dat de benodigde
bandbreedte per spraakverbinding kleiner is. Dit betekent echter ook dat voor het compri-
meren/decomprimeren van de gegevens meer tijd nodig is, wat de doorlooptijd van de
gegevens in het netwerk verlengt en daarmee de spraakkwaliteit beïnvloedt. De benodigde
tijd vergroot de vertraging tussen het spreken door de verzender en ontvangst van het
gesprokene bij de ontvanger.
Verklarende woordenlijst
157