Uitzondering: als u de voicemail selecteert, wordt het nummer van de voicemail gebeld
¢
(
pagina 83). Op het display wordt geen lijst geopend.
Nummers en tekst invoeren
Als er meerdere nummer- en/of tekstvelden worden weergege-
ven (bijvoorbeeld Voornaam en Achternaam van een contact-
persoon, is het eerste veld automatisch ingeschakeld. De vol-
gende velden moet u door bladeren met de navigatietoets q
inschakelen. Een veld is ingeschakeld als het een knipperende
cursor bevat.
Onjuiste invoer corrigeren
Teken voor de cursor wissen: kort op de displaytoets Ñ
u
drukken.
Woorden voor de cursor wissen: lang op de displaytoets Ñ
u
drukken.
Tekst invoeren
Letters/tekens: aan elke toets tussen Q en O zijn meerdere letters en cijfers toegewe-
u
zen. Na het indrukken van de toets worden de tekens in een selectieregel links onder in het
display weergegeven. Het geselecteerde teken is gemarkeerd. Druk de toets meerdere keren
kort achter elkaar in om naar de gewenste letter/teken te springen.
u
Cursor verplaatsen: de letters/tekens worden op de cursorpositie ingevoegd. U kunt de cur-
sor verplaatsen door op de navigatietoets r te drukken, in velden met meerdere regels ook
op q.
Kleine letters, hoofdletters en cijfers: druk op de hekjetoets # om voor de volgende let-
u
ter te wisselen tussen kleine letters, hoofdletters en cijfers.
Bij het bewerken van een contactpersoon worden de eerste letter en elke letter die op een
spatie volgt automatisch als hoofdletter geschreven.
Speciale tekens: druk op de stertoets * om de tabel met speciale tekens te openen. Blader
u
met de navigatietoets naar het gewenste teken en druk op de displaytoets Invoegen om dit
in te voeren.
u
Speciale letters: trema's of andere gemarkeerde/diakritische tekens voert u in door de
betreffende lettertoets meerdere malen in te drukken, zie tabellen met tekensets
¢
(
pagina 156).
Toestel leren kennen
Nieuwe invoer
Voornaam:
I
Achternaam:
Thuis:
x
Û
Opslaan
Abc
31