Systeem instellen
¤
Subnetmasker:
Subnetmasker invoeren (huidige instelling overschrijven).
De standaardinstelling is 255.255.255.0.
Informatie over het subnetmasker vindt u in de verklarende woordenlijst op (
¤
DNS-Server:
IP-adres van de primaire DNS-server invoeren.
De DNS-server (Domain Name System,
verbinding de symbolische naam van een server (DNS-naam) om in het openbare IP-adres
van de server.
U kunt hier het IP-adres van uw router invoeren. De router geeft adresaanvragen van het toe-
stel door aan de DNS-server.
De standaardinstelling is 192.168.1.1.
Standaard Gateway:
Het lokale netwerk is via de standaard-gateway met het internet verbonden. Dit is meestal
uw router. Uw telefoon heeft deze gegevens nodig om het internet te benaderen.
De standaardinstelling is 192.168.1.1.
¤
Opslaan
Let op
U kunt de instellingen voor het lokale netwerk ook via de webconfigurator instellen
¢
(
pagina 126).
VoIP-lijnen configureren
Let op
Als de VoIP-gegevens via autoconfiguratie op uw telefoon worden geladen (afhankelijk van
¢
uw provider,
pagina 18), dan staat de VoIP-wizard niet ter beschikking. Handmatig wijzi-
gen van de VoIP-instellingen is dan niet mogelijk.
U kunt tot zes VoIP-lijnen voor uw toestel configureren, d.w.z. u kunt aan uw toestel maximaal
zes VoIP-nummers toewijzen.
Voor elke lijn moet u een IP-account (VoIP-account) configureren bij uw VoIP-provider. De toe-
gangsgegevens voor dit IP-account moet u opslaan in uw telefoon. Hierbij wordt u ondersteund
door de VoIP-wizard.
VoIP-wizard starten:
v
Ï
¤
¤
¤
q Telefonie
OK
58
¤
IP-adres van de standaard-gateway (
¤
¤
q VoIP-wizard
OK
¢
pagina 158) zet bij het tot stand brengen van de
¢
¤
OK
¢
pagina 166).
pagina 161) invoeren.